- 407
Voor het gemakkelijk aflezen, c. q. nateekenen, van een deol
van de kaart is deze in vierkanten verdeeld, waarvan elk dei-
zijden 2 K.M. lang is.
Door cijfers en letters, respectievelijk aan boven- en beneden
kant en aan de beide zijden aangebracht, is het mogelijk om een
plaats of gedeelte van de kaart nauwkeurig aan te duiden.
Het diapositief wordt met behulp van twee veeren 4 (fig. 2
en 3) op de plaats gehouden en is gemakkelijk door een ander
te vervangen, indien men het na een niet te harden druk aan
de achterzijde naar beneden schuift.
Het raam, dat het loupe-apparaat bevat, eindigt van onder
in een handvat 1 (fig. 2 en 3), waarin een opening uitgespaard
is voor den wervel ter verbinding met het belichtings-apparaat.
Opmerking verdient het, dat de loupe door draaiing voor
het oog verstelbaar is, zonder dat vallen van het kijkertje mo
gelijk is.
Ten slotte zij nog vermeld, dat aan den onderkant van het
raam een z. g. mondleer is aangebracht om te voorkomen, dat
men door uitademing het glas van het diapositief ondoorzichtig
maakt.
Dit dag-apparaat, dat met inbegrip van het diapositief slechts
105 gram weegt, is te gebruiken bij dag- maan- en kunstlicht.
Daartoe heeft men slechts de kaart naar het licht te keeren en
door de loupe te kijken. Op de achterzijde van het diapositief,
op het matglas, kan met een zeer scherp gepunt potlood, de
opstelling van troepen, van verdedigingswerken enz. aangetee-
kend worden.
Voor het gebruik s' nachts of bij onvoldoende licht behoort
het belichtings-toestel aan het dag-apparaat verbonden te worden.
Dit belichtingstoestel bestaat uit een kastje 10 (fig. 2, 3, 4),
waarin zich aan den voorkant een stuk melkwitglas, ongeveer
ter grootte van het diapositief, bevindt; daarachter is een gloei
lampje 13 (fig. 2) aangebracht, dat als electiciteitsbron heeft
een klein droog element 12 (fig. 2).
Dit element, dat gemakkelijk verwisseld kan worden, is voldoen
de om ongeveer 1000 keer—indien niet te lang gebruikt—dienst
te doen. De stroom wordt gesloten met behulp van een druk
knop 14 (fig. 2, 3, 4).