416 die daar thuis behoort, en het detachement van den post Meulaboh, welke van oudsher de bezetting van deze onderafdeeling uitmaakt, nog in het Meulabohsche werkzaam 11 a compagnie van het 3e Bataljon, 1 deta chement van het le G. B. vroeger te Sabang gelegerd, 4 brigades van den le div. mar., reeds in Januari weer terug naar Groot-Atjeh, en 4 van de 5e div. Een groote troepenmacht! Doch wel noodig in een streek, waar de Atjeher gewoon was de binnenlanden wel bezocht, doch niet blij vend bezet te zien, en waartoe landschappen behooren als Seunagan, Boven-Tadoe en Boven-Tripa, waar den onzen herhaaldelijk gevoelige verliezen waren toegebracht door klewangaanvallen bij dag en bij nacht. In het Boven-Wojla gebied, zoo goed als geheel door de bevolking ver laten, schuilplaats van roerige elementen uit Teunom, Wojia en Boebon, werden te Koeala Bèe aan de Wojlaeindpunt van den weg uit Meu laboh door Boebon naar de Boven-Wojla een detachement van het le Q. B. benevens 4 brigades mar. gelegerd. Behalve in het bivak Reusa in het Boebonsche, lag, ter bescherming van het goedgezinde hoofd van Beneden-Boebon, nog een det. v/h le G. B. in bivak bij de monding der gelijknamige rivier. De Beneden-Meureubö-streek was zoo rustig, dat men eerst aan de samenvloeiing van Manggi en Meureubö een troepenneder zetting vond: Babah Kroeëng Manggi, bezet door 5 brigs. Yerder N.- W.-waarts het binnenland in was Djeulatang, aan de Kr. Goemé bezet, welk bivak nog in Januari hoogerop verplaatst werd naar Aloeë Pi- neuëng. In Seunagan trof men te Djeuram (2 brigs en inf. det.) Poelö Ië (5 brigs), en Koeala Seunagan (2 brig.) bezettingen aan, terwijl ver der Lam Ië in Boven Tripa een gewichtig snijpunt van de paden uit Seunagan en Tadoe naar Boven-Tripa (Kong met omgeving), Boven- en Koeala Batèe door een compagnie en Koeala Tripa door een afdeeling van het 3e Bataljon waren bezet. Poelö Ie en Reusa' werden reeds in Januari opgeheven, Djeuram op een sterkte van 5 brigs gebracht. Deze troepen wisten door gestadig en oordeelkundig patrouilleeren schoon schip te maken en de hoofden van verzet zoodanig in het nauw te bren gen, dat de een vóór en de anders na zich kwam onderwerpen. De reeks onderwerpingen begon in Januari met den beruchten en invloedrijken T. Keumangan van Seunagan, den aanstoker tot en leider van menigen kle- wangaanval in genoemd landschap, benevens eenige hoofden aan Seunagan en Meureubö. Doch met T. Keuraangan's onderwerping was natuurlijk Seunagan nog niet dadelijk tot rust gebracht. De woelige elementen kregen nu een anderen driesten en voortvarenden hoofdleider in Tg. Pidië, die zich in verbinding stelde met T. di Goemé, een vijandelijk hoofd uit Boven-Meu- reubö. Die samenwerking kwam den onzen op eenige offers te staan op denzelfden dag in Maart vielen in Boven Meureubö en Boven Wojla pa-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 428