417 trouilles in hinderlaageen hinderlaag in Seunagan werd verijdeld, - doch de verliezen, die wij op verschillende punten aan de benden toebrachten, maakten het der bevolking duidelijk, dat wij aan het langste eind trokken zij kwam in groot aantal in onderwerping. De toestand verbeterde zoodanig, dat de bivaks Koeala Boebon, Seu nagan en Tripa opgeheven konden worden, tegen versterking van Djeu- ram met 1 brig. Het peloton van het 3e Bataljon te Balé Goemé (t. v. in Aloeë Pineuëng) kon naar Ivoeta Radja terugkeeren, wegens beëindi ging van het goudonderzoek in Ara. In Juli gelukte het nogmaals een serie min of meer belangrijke hoof den tot onderwerping te brengen, w o. T. Djohan Seunagan, een succes, dat op den voet gevolgd werd door het zich melden van Seuna'amsche hoofden met een honderdtal volgelingen, terwijl vele mindere aanvoerders werden gevangen genomen. Men kon nu zelf? een paar brigs uit het MeulabShsche missen voor een tocht naar Bakongan en Gaj5 Loeös, dus buiten het rechtstreeksch gebied van de onderafd. MeulabSh. In dit gebied met aangrenzende landschap pen, en zelfs verder op, waren te voren ook wel grootere tochten onder nomen, o a. dien van Koeala Bèë over Geumpang naar Sigli en den meer bekenden van Babah Kroeëng Manggi uit over Beutong naar Tje- lala (Meergebied) ondernomen ter achtervolging van Ijoet Nja Dén 1) (Maart, April), doch deze hadden meer ten doel mede te werken tot do bevrediging dezer onderafdeeling. Tegen het einde van het jaar was door het actieve optreden onzer troepen onder oordeelkundige leiding van den civiel-gezaghebber de toe stand in de hier beschouwde onderafdeeling aanmerkelijk verbeterd in vergelijking met dien bij den aanvang van 1905. In bet Boven-Wojla gebied was de bevolking grootendeels teruggekeerd; Boebon was zoo goed als geheel rustig, de onverzoenlijke Tg. di Oedjong Plinta had zich ge meld; het belangrijke nog vijandige hoofd in Beueden-Meureubo, T. Bin Peureumeuë kwam in onderwerping en in Boven-Meureubö deden ette lijke adathoofden hetzelfde, terwijl Beutong zelfs passen kwam halen; in Seunagan waren alle adathoofden op T. Moeda Mat Said Poelb Ië na, teruggekeerd en betrok de bevolking weder haar kampongs en bebouwde haar sawahs; ook in Tadoe vestigden zich een tweehonderdtal gezinnen in hun verlaten woonplaatsen, terwijl in Boven-Tripa na het sneuvelen van T. Bén Kong de zaken eveneens een gunstiger aanzien kregen. Begin 1906 kon men dan ook volstaan met bivaks in Koeala Bèë (4 brigs°5e div.), Babah Kroeëng Manggi (5 brigs 2e div.), Djeuram (6 brigs 1) Noot. Tjoet Nja Dén werd in November gevangen genomen door den oiv. gezaghebber.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 429