429 schim van Sibreh, die altijd een dubbelzinnige rol had gespeeld, allen vijandig, vooral bekend, was het wd. Moekimhoofd van Ana* Batee, Toekoe Moesa, een bendehoofd van den eersten rang. Lam-Krak leverde overigens in den regel de meeste onruststokers. Geestelijke hoofden waren Teungkoe Dolah van Ateuh, Teung- koe Lam-Oeri, die vroeger den keling Habib Lhong (19 April '96 te Senelop gesneuveld) op den voorgrond had weten te schuiven, zijn leerling Teungkoe Ana* Glé en Teungkoe Ha dji Wakil te Blang Mirai. De grootste oelama, die ook na den dood van Teungkoe Koeta Karang (8 Dec. 95 overleden) in deze streken veel invloed kreeg, was Teungkoe Tanah Abée, wiens naam we vroeger reeds in verband met den afval van Oeinar noemden. Voor de tuchtiging werden 12 brigades maréchaussee, 6 batal jons infanterie, 3 pelotons cavalerie, 3 batterijen van twee sec tiën bergartillerie, 3 detachementen genietroepen en 6 ambu lances bestemd. Uit deze troepenmacht werden twee colonnes en de reserve colonne geformeerd, wier samenstelling hierbij wordt aangegeven. Algemeen Commando en Staf. Bevelhebber: kolonel der infanterie J. W. Stemfoort. Chef v/d Staf: luitenant kolonel C. P. J. van Vliet. Adjudanten: kapitein J. C. Smits. le luitenant F. J. Kroesen. Toegevoegd: luitenant kolonel W. Boetje. Commandant der bereden artillerie. Adjudant: le luitenant J. B. Doijer. Gewestelijk intendant: majoor intendant C. H. W. Boers. Commandant der cavalerie: ritmeester Jhr. L. D. C. de Lannoy. le Colonne. Commando. Commandant: luitenant kolonel E. W. Bisschoff van Heemskerck. Chef vjd Staf: kapitein H. C. Kronouer. Adjudant: le luitenant E. A- van Kappen. Toegevoegd Controleur: le luitenant K. A. Vosmaer, wd. controleur der XXII Moekims.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 441