- 484
Met den commandant der 2e colonne was overeengekomen, dat
de le colonne Empeh Trièng enLam-Baroe zou binnendringen, als
de 2e colonne in Groot A teuh zou zijn aangekomen, teneinde het
forceeren van het défilé, gevormd door de versterking Lam-Poe-Ba-
toe Lintang, minder bezwaarlijk te maken door het bedreigen van
den terugtochtsweg der eventueele bezetting dier versterkingen.
Voordat zulks echter had plaats gegrepen, werd door den alge-
meenen bevelhebber aan de le colonne bevel gegeven verder
door te gaan.
Van het 14e Bataljon waren ten 4 u. 40 v.m. twee inlandsche
compagnieën, onder kapitein Bruinis bij het hoogte cijfer 20.2 ten
N. van Tjot Goeë Westwaarts afgeslagen om de ruine Masdjid
Oleh-Soesoeh en Lehong te bezetten. Zonder eenigen tegenstand
kwamen de compagnieën respectievelijk ten 5 u. 50 v.m. en 6 u.
50 v.m. in stelling; de doorgetrokken kampongs waren allen be
woond, terwijl eenig volk op de Westwaarts gelegen sawah's aan
den arbeid was.
De cavalerie der 2e colonne was door den colonne-commandant
langs de le colonne via Nesoeh en Toebaloe vooruitgezonden,
met opdracht, Lam-Boekoeng en zoo mogelijk Blang Kirai te ver
kennen en verder de positie des vijands in Ateuh uit te vorschen.
De 2e colonne zelf kon door het halt houden der le niet verder.
Eerst ten 6 u. v.m., toen de weg ten W. van Toebaloe weder
vrij kwam, werd het volgende gevechtsbevel gegeven.
„Commandant 9e Bataljon. In gevechtsformatie met uw korps
«door Toebaloe en Lam-Boekoeng oprukken naar Ateuh Tjoet en
„N. W. deel van Ateuh Raja."
De luitenant v. Haaff zond een oogenblik later uit Lam-Boe
koeng het bericht, dat die kampong onbezet was. Zelf ging die
officier met eene patrouille naar Blang Kirai, maar trof daar
niemand aan, daarentegen werd vuur ontvangen uit de Koeta
Ba' Mé Ek Mih op den weg Kajoe Lhé—Biloel.
Het terrein, dat de infanterie te doorschrijden had, was over
het algemeen drassig, met slappen bodem, hier en daar moerassen,
die door nipah-bosschen nog minder begaanbaar gemaakt werden.
In de kampongs over het algemeen smalle zich rechthoekig
ombuigende paden en zware heggen.