- 436 kennis werd gegeven, droeg ten 9 u. 15 v.m. den luitenant Happé op naar Biloel terug te gaan en zich bij den commandant der reserve-colonne te melden. De artillerie bleef voorloopig te Biloel, omdat het zich liet aan zien, dat het terrein voor haar te veel bezwaren zou opleveren. Het halve 14de Bataljon belastte zich met de dekking. De cavalerie der reserve-colonne was ten 5 u. 45 uitgezonden om het terrein bij Lam-Koenjit te verkennen, toen de colonne commandant van den bevelhebber den last ontving om zoo snel mogelijk naar Nesoeh te marcheeren. Die cavalerie vond Lam-Koenjit onbezet, maar kreeg uit Le- hong een paar schoten. Terugkeerende gaf de overste Soeters haar den last Lehong opnieuw te verkennen. Toen die kampong voor de tweede maal bereikt was, werd de infanterie daar reeds aangetroffen. De kamponghoofden van Maneh en Lehong meldden zich bij den pelotonscommandant en werden naar den bevelhebber door gezonden. Yan den voet van het gebergte vielen thans een zevental schoten op de patrouille. Ongedeerd kwam zij ten half negen weer bij Biloel aan. De reservecolonne zelf, die ten 6 u. 40 bij den driesprong W. van Nesoeh was aangekomen, zond op last van den bevel hebber eene compagnie van het 14de naar Biloel en eene andere naar Toeram om de bezetting dier plaatsen van de le colonne over te nemen. De rest der colonne bleef voorloopig op den grooten weg in afwachting van nadere bevelen. Om 9 u. 15 v.m. kreeg het 7de Bataljon opdracht om Oostwaarts door Lamsoet en Eumpée Triëng te marcheeren, verbinding te zoe ken met de 1 e colonne, daar eene ambulance af te geven en verder in den Z. rand van Kroeng Mak stelling te nemen tegenover de Zuidelijke heuvels; 11 u. 20 v. m. was het bataljon op de aan gewezen plaats. Ten 9 u. v.m. werd ook het 12de Bataljon opgeroepen naar Biloel en daar de opdracht verkregen om met eene sectie bergartillerie en het detachement genietroepen naar Ateuh te marcheeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 448