437 De artillerie der Ie' colonne, die zooals we zagen bij Biloel was achtergebleven, ontving van den luitenant-kolonel Boetje last zich hierbij aan te sluiten en via Ateuh naar Lam-Krak te gaan om de le colonne te rejoigneeren. Het peloton Happé deed hetzelfde, terwijl ook de algemeene bevelhebber met den staf van de reservecolonne volgde. In den W. rand van Ateuh Raija achter de Kroeng Mak werd voorloopig halt gehouden. Gaan we nu weer na wat intusschen in de eerste linie was voorgevallen. De commandant der le colonne had, zooals we zagen, aan het 9de Bataljon opgedragen, den in O. en Z. O. rand van Ateuh Raija opgestelden vijand, die in W. en N. W. richting eenvou dig dwars door de kampong vuurde, te verdrijven. Dit ging daartoe met 3 compagnieën in voorste linie vooruit en maakte zich in één doorloopenden aanval van alle positiën meester. De le compagnie onder den kapitein H. T. de Moulin, die den rechtervleugel van de aanvalslinie uitmaakte, stiet op een door 20 Atjehers bezette borstwering, gelegen achter de door Ateuh stroomende Kroeng van dien naam. De 2de luitenant W. A. Engelbrecht commandeerde dadelijk attaqueeren, overschreed binnen weinige minuten het vrij diep ingesneden stroompje, maar kwam zoo vlug niet op de borst wering of de vijand had gelegenheid, met medeneming zijner gewonden, te vluchten. De europ. fus. v. Dongen, No. 28365, die met den 2de luite nant W. A. Engelbrecht het eerst op den borstwering kwam, kreeg een doodelijk schot door de borst van den laatst stand houdenden Atjeher, die op zijn beurt weer door den eur. fus. v. Castricum werd neergeschoten. De 2de en 3de compagnie, gevolgd door de 4de als reserve, waren doorgerukt tot in den Oostrand van Ateuh Raija, den vijand, die in Tjot Lepong nog een oogenblik stand hield, voor zich uitdrijvend. Oedjong Blang was onbezet. In allerijl vluchtten de Atjehers en wel meerendeels naar het Zuiden (Lam-Krak) sommigen naar Lam-Teh en Kajoe Leh. Uit het Lam-Kraksche werd over de geheele lengte van den rand een levendig geweervuur op de onzen geopend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 449