35 het afweren daarvan en dit wel door een ruim gebruik van vuur te maken. Verder wordt o. m. van het vuurgevecht in het algemeen gezegd, dat in open terrein tegenover een nog niet afgematten verdediger het voorwaartsgaan beneden 900 M. slechts in tirail- leurliniën met groote tusschenruimte mogelijk is. De invloed van het rookzwak kruit op de gevechtsvoering komt in hoofdzaak den verdediger ten goede. De beslissing ech ter kan slechts door den aanval verkregen worden. Om den oorlog tot een spoedig einde te brengen, moet zoowel aanvaller als verdediger er van doordrongen zijn bij elk treffen eene beslissing te moeten verkrijgen. De verdediger mag daar om slechts bij uitzondering een zuiver defensieve stelling be zetten, de aanvaller echter mag een sterke stelling niet aangrij pen, wanneer hij den verdediger door zijne handelingen er toe dwingen kan een minder gunstige in te nemen. De aanval. Het reglement spreekt wel van een ontmoeting van twee par tijen op marsch, doch voornamelijk wordt de aandacht gevestigd op den aanval op een zich in stelling bevindenden verdediger. In het algemeen, zoowel bij doorbreking als omvatting, moet ge tracht worden een vleugel te omvatten en vuurstellingen in te ne men om de vijandelijke stelling flankeerend te kunnen beschieten. Opmarsch en inleiding. De cavalerie wordt gesplitst in zelfstandige cavalerie (indepen dent cavalry) en voorhoedecavalerie (the advanced guard moun ted troops). Het is de taak der zelfstandige cavalerie—die eenige dagmar- schen voor de marschcolonnes uitgezonden wordt—om den vij and-te verkennen, zijn bewegingen te bemoeilijken en zijn ver bindingen te onderbreken. De voorhoedecavalerie bestaat meestal uit eenige eskadrons, onderstund door bereden infanterie; zij moet de marschcolonne beveiligen en gewichtige punten tijdig bezetten. De voorhoede nadert den vijand zoo dicht als baar veiligheid toelaat, om de vijandelijke stelling te kunnen verkennen. Ge welddadige verkenningen mogen slechts op hooger bevel plaats-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 47