478
belang, zich elke opoffering getroosten moet, ja zelfs zoo noodig
een zekeren dood moet tegemoet gaan. In verband hiermede
spreekt het van zelf, dat reeds in vredestijd het gezag van den
meerdere zoo hoog mogelijk zal moeten worden opgevoerd en
daarom aan de handhaving der discipline met groote gestrengheid
de hand moet worden gehouden. Op welk standpunt men zich
ook plaatst bij de beoordeeling wat tucht moet zijn, dit bijzon
dere karakter der militaire maatschappij valt niet te ontkennen.
De opmerking van prof. van Hamel ter juristenvergadering geuit,
dat het eene quaestie van persoonlijkheid zou zijn, wie wel en
wie niet in staat zal zijn zijne soldaten in den dood te voeren is
m. i. dan ook onjuist. Wat zal bv. de persoonlijkheid van den
meerdere beteekenen, wanneer hij, zooals in Indië zoo dikwijls
gebeurt, heden op het oorlogsveld aangekomen, morgen reeds
zal moeten uitrukken met mannen, die hem totaal onbekend zijn?
Men heeft aangevoerd, dat de militairen vóór alles burgers
van den staat zijn en dat, nu ook de standengerechten voor gees
telijken, adel, zeelieden, studenten enz. zijn afgeschaft, er geen
enkele reden bestaat om voor militairen een speciale rechtbank
te behouden. Waren de eerste in vroegere dagen het gevolg
van verleende of afgedwongen voorrechten, de militaire recht
bank was, zooals de geschiedenis leert 1) een gevolg van den
drang der noodzakelijkheidziedaar het groote verschil. Met na
druk dient er dan ook op gewezen te worden, dat nimmer meel
de behoefte is gevoeld om den exceptionneelen rechter voor
genoemde categorieën van personen weer in te voeren, wel echter
voor de militairen.
In de 18e eeuw toch achtte men den militairen rechter in ons
land overbodig en werd deze afgeschaft om echter later opnieuw
ingevoerd te worden. Zoo ergens, dan was hier een onderzoek
naar de motieven voor de afschaffing niet alleen gerechtvaardigd
maar ook een dringende eisch geweest en dit vooral, omdat er
toen in het debat geen sprake van een nieuwe regeling der pro
cesorde behoefde te zijn deze toch was geheel en al op dezelfde
leest geschoeid als het burgerlijke strafgeding en men kon toen
1) Zie do ontwikkelingsgeschiedenis van het speciale militaire recht in de Inleiding
tot het Crimineel wetboek van Mr. Pols,