480 - De vraag omtrent het hehoud of de afschaffing van den militairen rechter behoort m. i. slechts behandeld te worden dooi de rechtsgeleerden, die door eene nauwkeurige kennis van de behoeften van het leger tot oordeelen bevoegd zijn en zich daar bij niet laten leiden door een vooroordeel tegen den militairen rechter. Wat nu het Indische leger in het bijzondering betreft, moet de allesbeheerschende reden, die de afschaffing van den militairen rechter onmogelijk maakt, gezocht worden in de omstandigheid, dat het een huurleger is en hierbij is op historische gronden duidelijk aan te toonen, dat steeds de noodzakelijkheid van een specialen rechter zich heeft doen gevoelen. Men leze daarover de Inleiding tot het Crimineel wetboek van Mr. M. S. Pols. Koeta-Radja 24 October 1905. J. H. C. Munter.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 492