482 tijdschrift zou worden aangeboden. Het is daaronr niet ondienstig aan die tactische verhandeling eene eenvoudige technische be schrijving te laten vooraf gaan. Het speet ons deze beschrijving niet door eene teekening of eene schets van het stuk te kun nen verduidelijken. Wij konden, ondanks het herhaalde verzoek de teekeningen niet ter inzage krijgen. In Korzen-Kühn, Waf- fenlehre, Heft X. Feldkanonen, wordt echter de hydraulische reminrichting van Krupp beschreven. Zie Plaat XIII. Om nu over te gaan tot de beschrijving van het materieel 7 c.M. Veld 1905 het volgende. Het stuk bestaat uit vuurmond op een gelede affuit. De vuurmond loopt na het afgeven van het schot op de affuit terug en wordt daarna in zijn oorspronkelijken stand teruggevoerd. De affuit bestaat uit een boven-en een onderafïuit: de eerste voor het mechanisme van den terugloop en het terugvoeren van den vuurmond, de tweede als eigenlijk schietgestel. Het kanon is een mantelkanon, vervaardigd van nikkelstaai (10% nikkel). Het glijdt met drie geleiringen, welke het om vatten en beneden in klauwen eindigen, op de wieg heen en weer. De wieg is het bovenste deel der bovenaffuit en vertoont boven op gezien een plat vlak, een soort glijbaan, waarlangs zich aan de buitenzijde 2 doorloopende richels bevinden, waarvan de randen naar binnen omgebogen zijn. De klauwen van de geleiringen grijpen in deze richels, waardoor het kanon over de wieg voor- en achteruit bewogen kan worden. Aan de achteronderzijde van het kanon bevindt zich een nok (A), naar beneden uitstekende, waarin een gat, dat dient tot doorlaten van de spanschroef, de verbinding van het kanon met den remcylinder. Uitwendig wordt het kanon onderscheiden in achter-, midden-, en mondstuk: inwendig in laadgat, ligplaats voor de huls, over gangskegel en getrokken gedeelte. Dit laatste heeft 28 rechts omgaande, progressieve trekken, welke in den overgangskegel eindigen. Op het voorvlak van de monding en op het achtervlak van het achterstuk zijn, evenals op ons veldkanon, twee elkaar recht hoekig snijdende lijnen getrokken, waarvan het snijpunt ligt in de as der ziel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 494