37
Bij de bestorming wordt zoolang mogelijk op het aanvalspunt
doorgevuurd, eerst daarna komt het terrein achter de stelling
aan de beurt.
Om het der artillerie mogelijk te maken de vijandelijke in
fanterie met succes te beschieten, moet de eigen infanterie tot
op de afstanden van het werkzame infanterievuur vooruitgaan,
om de tegenpartij te dwingen hare stelling te bezetten. Zoo
mogelijk worden de eerste vuurstellingen in het gevechtsbevel
aangegeven.
De infanterie wordt in de diepte zoo sterk mogelijk opge
steld tegenover die punten, waar de beslissing gezocht wordt;
tegenover het overige gedeelte van de stelling worden slechts
zooveel troepen geplaatst als volstrekt noodig zijn om een te
genaanval te beletten.
Gesteund door artillerie- en infanterievuur, tracht de infan
terie de stelling zoo dicht mogelijk te naderen, totdat tot den
stormaanval kan overgegaan wordende reserve zal de tirail
leurlinie voorwaarts drijven.
De aanvaller zal zijn kracht verhoogen door het vasthouden
en versterken van in bezit genomen terreindeelenin open ter
rein zal het opwerpen van dekkingen dikwijls met vele bezwaren
gepaard gaan. Pioniers met gereedschappen behooren de aan-
valstroepen hierbij behulpzaan te zijn.
De vervolging.
Nadat de stelling genomen is, rukt de artillerie snel op, op
dat den vijand geen tijd worde gelaten marschcolonnes te for-
meeren of een nieuwe stelling te bezetten.
De infanterie verzamelt zich opnieuw, vult munitie aan en
houdt zich gereed voor de vervolging. De cavalerie, met andere
bereden troepen, gaat zonder bevel tot de vervolging over, tracht
den vijand te achterhalen en zijn artillerie te vermeesteren.
De verdediging
Door de onderlinge samenwerking der drie wapens behoort
vuuroverwicht op den aanvaller verkregen te worden, voordat
de tegenaanval moet uitgevoerd worden. De troep wordt hier
toe verdeeld in zwakke afdeelingen, die in de eerste plaats voor