496 Van de drie soorten zijn de stijflinnen rompen met bodem het lichts en het sierlijkst. Kurken rompen zonder bodem zijn niet solide. Zelfs al versterkt men den bovenrand met een stalen veer, dan is dit niet afdoende. De rand moet nog dikker genomen worden dan bij de andere kurken ivmpen, waardoor het uiterlijk nog lomper wordt. Hetzelfde geldt voor de vilten rompen zonder bodem. Stijf linnen rompen met bodem zijn het lichtst en het sterkst, doch geven onvoldoende ventilatie. Stijf linnen rompen zonder bodem, met zijde afgevoerd, van boven ver sterkt door een stalen veer in boorlint bevestigd, zijn voldoende solide, het lichtst en het luchtigst. Aan dit laatste wordt nog tegemoet gekomen door tusschen klep en zweetbaud een strook gegroefde kurk voor de ven tilatie van het voorhoofd aan te brengen. Voor de proeven werden genomen petten voor een hoofdomtrek van 56.5 c.M. Bij losse overtrekken was bij alle petten het gewicht van klep en zweetband 95 Gram gouden garnituur met stormband 45 11 drill overtrek V Wat de gewichten der rompen voor losse overtrekken betreft. weeg een kurken romp met bodem 80 Gram Br r zonder bodem met stalen veer 65 V vilten 85 V dezelfde a jour uitgesneden r een linnen romp zonder bodem. V een masief kurken pet geheel compleet 190 1) een van stijf linnen, zonder bodem met los overtrek 165 r. Bovenstaande cijfers lichten de kwestie voldoende toe. Wij brengen onze hulde aan de Firma Pauwels voor de moeite, welke zij zich, geheel kosteloos, heeft willen getroosten om wat betreft de witte pet tot eene bevredigende oplossing te geraken en een hoofddeksel te ontwerpen, dat even solide als andere witte petten, netter, luchtiger en lichter is. A. J. G. Zapon. In rMitteilungen über Gegenstande der Art. und Geniewesens" 7 en 8, 1905 wordt mededeeling gedaan van een nieuw soort kunstmatig samen gesteld vernis, door den uitvinder, den Amerikaan Frederik Crane, Zapon genoemd. Dit vernis, chemisch samengesteld uit een oplossing van nitro-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 508