21 KORTE INHOUD. Uit het dagboek van een officier, die gedurende twee maanden bijna onafgebroken patrouillediensten te paard deed. Vervolg (Zie Lit. Overz. 1905—II11. id. ld. Oprichting van eene school voor rijkunstig onderricht aan jonge cavalerieofficieren in Duitschland, en wat in dit opzicht in Italië, Spanje, Frankrijk en Oostenrijk-Hongarije gedaan wordt. Iets over den strategischen ophelderingsdienst, waarin de cavalerie zicht niet voldoende oefent. Bespreking van de wijze, waarop de velddienstoefeningen der cava lerieofficieren gehouden en geleid moeten worden. Vervolg en slot (Zie Lit. Overz. 1905 III). Verweerschrift tegen de critiek van den Oberst Cardinal von Widdern en General von Pelet-Narbonne op eene cavaleriepatrouille, gereden den 6e. Augustus 1870 door den toenmaligen Leutnant Paul von Rarnin. Antwoord op het verweerschrift in No. 95 (zie hierboven). Redenen van de achterlijkheid der Fransche cavalerie, wat de op leiding voor het gevecht betreft. Iets over de verantwoordelijkheid der pelotonscommandaten voor de oefening en opleiding van hun peloton. De verandering in de tactiek der Fransche cavalerie van af de Fransche revolutie tot den val van Napoleon. Bespreking van de voorschriften omtrent het vuurgevecht te voet der Oostenrijk-Hongaarsche cavalerie. Een waardeerend woord over de Engelsche cavalerie, naar aan leiding van de gehouden manoeuvres in Ierland.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 533