42
Kortheidshalve zullen hier alleen de conclusiën van heide schrij
vers vermeld worden.
De eindbeschouwingen van den anoniemen schrijver 1) (ver
moedelijk generaal de Négrier) zijn:
1. de krachtige uitwerking van het geweervuur en de on
zichtbaarheid van de doelen bemoeilijken den frontaanval; de
beslissing moet verkregen worden door vereeniging van front
en echarpeervuur (flankvuur).
Bij den frontaanval is niet meer de numerieke meerderheid
de beslissende factor, maar de door vereenigd artillerie- en in-
fanterievuur beschermde opmarsch, met veelvuldig en goed ge
bruik van dekkingen.
Zijn de korte afstanden bereikt, dan is de individueele waarde
van de strijders een voorwaarde voor het succes.
2. De cavalerie, het wapen voor snelle, omtrekkende bewe
gingen, wordt gebruikt voor vervolgingen en als achterhoede;
hoewel in belangrijkheid toegenomen, is haar wijze van optre
den geheel veranderd. De tijd van groote charges is voorbij en
was het reeds in 1870.
Geen enkele cavalerieafdeeling, van hoe geringe sterkte ook,
kan onder artillerie- of infanterievuur gesloten optreden.
De verkenningsafdeelingen moeten zich door de groote dracht
van het geweer en de snelheid van het vuur, waarvan de rich
ting niet te bepalen is, op grooten afstand van de tegenpartij
houden; zij kunnen slechts melden, dat de vijand op een zeker
uur niet op een bepaalde plaats was.
Beveiliging der overige troepen kan haar daarom niet meer
worden opgedragen.
3. De artillerie vraagt geschut van zeer groote kalibers en
tevens licht snelvuurgeschut. De batterijen worden over een
groote uitgestrektheid verspreid, doch hun vuur wordt vereenigd
op één doel, dat gelijktijdig onder front- en echarpeervuur ge
nomen kan worden.
De resultaten, verkregen met groote projectielen, gevuld met
lydiet (meiiniet), waren geringdaarentegen werd de uitwerking
der G. K. steeds zeer gevreesd.
1) Deze conclusiën zijn door Gen. Bonnal meer of minder scherp weerlegd; daar
diens conclusiën hier ook opgenomen worden, zullen wij op zijne weerlegging niet ingaan.