46
reglement verscheen, dat geen rekening meer hield met de er
varingen uit den Fransch-Duitschen oorlog.
Ten slotte noemt generaal Bonnal nog enkele werken van Duit-
sche officieren. Hieruit citeeren wij slechts de woorden van gen.
von Stieler in de Jahrbücher van Oct. 1902. De reden waarom
men in het oneindige blijft uitweiden over den Z. Afrikaanschen
oorlog is, dat men de psychologische zijde van den strijd over
het hoofd ziet.
Evenmin als de schijven op het schietterrein of de schutters
van de schietschool, ondergingen de Boeren een moreelen schok.
Indien de schijven konden antwoorden, zouden zij spreken van
een klein treffers en wanneer de Boeren, gedekt in hunne
ingravingen, nauwlijks gehinderd door het vuur van den vijand,
ernstige moreele indrukken hadden ondergaan, zouden de Engel-
schen, ondanks hunne formatiën, niet zulke verliezen geleden
hebben.
Men komt tot de overtuiging dat in het gevecht de beste wijze
om zich te dekken niet gezocht moet worden in het terrein, noch
in de formatiën, doch uitsluitend in goed schieten.
Yuurtactiek is hoofdzaak.
(Wordt vervolgd.) v. d. B.