53 gedeelte, kan men alle ponies, ook die met minder goede hoe ven, 8 a 9 weken 1) op hun beslag laten loopen. De hoef is dan vrij behoorlijk aangegroeid, zoodat, bij het be kappen voor het nieuwe beslag, de oude nagelgaten voor 't groot ste deel verdwijnen. In verband met de geringe hoorngroei, wordt bij het 4de Veld- eskadron geen pony binnen 8 weken opnieuw beslagen, som mige zelfs eerst na 60 of 63 dagen, zonder dat daarvan eenig nadeel ondervonden wordt. 5e. Het onderleggen van het ijz er met 4 instede van met 5 (mo del) nagels bij paarden met minder goede hoeven. Waar de ritmeester Daniels zegt, dat hij bij de ponies na 6 of 7 weken 3 rijen nagelgaten krijgt, iedere rij van 5 gaten, is het ook voor den leek duidelijk, dat, bij een dergelijk perforeeren van den hoornwand, de hoef te gronde moet gaan. Door het langer laten loopen der ponies, houdt men na het bekappen hoogstens een rij nagelgaten van 4 over. Wordt het ijzer ondergelegd, dan komen er dus nog 4 bij. Instede van 15 nagelgaten dus maar 8. Men voelt het verschil, vooral bij paar den met slechte hoeven. Het bovenstaande is geen theorie, maar praktijk, welke steeds wordt toegepast bij de ponies (en de Arabieren) van het 4 de Veld- eskadron. Zoodoende werd nimmer een ijzer verloren of'afgetrapt en gaat de hoef nu hij niet zoo doornageld wordt er op vooruit. De goede hoeven worden reglementair met 5 nagels beslagem doch steeds draagt men er zorg voor, dat er in eiken hoef niet meer dan 10 nagelgaten voorkomen. Het bovenstaande moge misschien sommigen wat omslachtig of overbodig voorkomen, voor hen die met het beslag van ponies te maken hebben, zal dit hoop ik niet het geval zijn. Ten opzichte van de paarden met platvoeten en doorgezakte zool volgde ik eene andere manier van behandelen dan de rit meester Daniels. Het beslaan met breede ijzers doet die ijzers ook naar rato 1). Wij onderstellen dat schrijver hier het oog heeft op den drogen mousson; in 't natte jaargetijde duurt een beslag aanmerkelijk korter. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 65