54
zwaarder worden, hetgeen m.i. een nadeel, althans iets ongewenscht
is. Zoo kreeg ik een troepenpaard, dat volgens opgave met een
doorgezakte zool steeds kreupel liep. Het dier had een ijzeren
schoen van 1 K.G. aan, zoogenaamd om de zool te beschermen.
Ik heb het paard op de boven aangegeven wijze laten be
slaan. Flink werd de toon ingekort, en eene goede afhellende
vlakte aan het ijzer en „kalkoentjes" aan de takken gegeven.
De voet kreeg daardoor een geheel ander aanzien, de stand
werd beter en van zooldrukking of kreupel worden was geen
sprake meer.
Ook een paard met platvoeten, op deze wijze met kalkoenen
beslagen, verbeterde zeer veel.
Het is een eenvoudig middel en gemakkelijk toe te passen.
Nadeelen ondervond ik er niet van; integendeel.
Regelmatig invetten der hoeven met vaseline of zuiver rundvet
is zeer aan te bevelen. Alleen, om doorloopend 4 X 128 voeten
in te vetten, is veel vet noodig, terwijl het fonds voor stalbehoef-
ten niet onuitputtelijk is en m.i. ook niet daarvoor is bestemd.
Voeding.
Zooals boven reeds aangestipt werd, ontvangen de ponies bij
het 4e eskadron de gaba droog en dit met uitmuntende resul
taten. In verband hiermede zou het aanbeveling verdienen, het
nat voederen der gaba aan ponies voor goed af te schaffen, om
de reeds vermelde redenen.
Ik kan niet geheel en al medegaan met den ritmeester Daniels
waar deze zegt, dat 5 K.G. gaba voor de ponies—ook bij zware
oefeningen voldoende is. Trouwens de voorschriften geven aan,
dat 14 dagen vóór gedurende en 8 dagen na een meer-
daagsche oefening het ration verzwaard kan worden tot 6 K.G.l
m.i. is dit goed en logisch en trouwens in overeenstemming met
wat in andere legers hieromtrent is bepaald.
Maar ook buiten de meerdaagsche oefeningen treft men in
het eskadron enkele dieren aan, die bepaald meer noodig hebben
dan 5 K.G.
Wel zegt ritmeester Daniels dat een „handig" ritmeester daar
wel weg op weet, om meer voedsel te krijgen en ik tracht
ook wel dien weg te bewandelen, doch het is en blijft een zij-