55
paadje en het ware wenschelijk, dat de eskadronscommandant
iedere maand zonder lastige formaliteiten nog kon beschik
ken over eenige zakken gaba, die dan volgens zijn oordeel
konden verdeeld worden. Met een 300 K.G. per eskadron en per
maand wordt al veel gedaan.
Gras eten de ponies ook gaarne droog, een groot voordeel
in de warme klimaten, waar het gras in den drogen tijd bijna
niet anders te krijgen is. In dit opzicht zijn de ponies lang
zoo kieskeurig niet als de Sandelhouts, die slechts noodgedrongen
en dan nog met lange tanden verdioogd gras of hooi eten.
Geeft men de ponies 's nachts ligstroo van padistroo, dan moet
men toezien dat het padistroo goed droog en niet door vocht
beschimmeld is, want de ponies hebben de gewoonte bij hun
gras ook hun padistroo op te eten. Wanneer het dus niet van
goede hoedanigheid is, krijgen ze licht koliek. Ik ondervond
dit in den beginne met mijn eigen paarden.
Aan zout hebben de ponies zeer veel behoefte en ook hierbij
dient de eskadronscommandant „handigheid" ten toon te sprei
den om in die behoefte te voorzien. Beter ware in elk geval
eene officieele erkenning dier behoefte.
Behandeling
Ponies zijn rustig en kalm op stal, slechts een enkele is wat
men noemt lastig. Ook in de behandeling zijn zij erg gewillig,
hoewel evenals de Sandelhouts gevoelig voor goede verpleging.
Huiduitslag komt bij goede stalverpleging weinig voor. Ik
laat alle ponies een maal per week met groene zeep wasschen.
Scheren blijkt in alle opzichten een weldaad voor sommige
ponies. Een losmaken van verdroogd zweet en vuil op de huid
met stroowisch of een bosje hati-rotan blijft te verkiezen boven
een bewerken met den roskam.
De roskam N. M. is door mindere scherpte te verkiezen boven
den thans in gebruik zijnde.
Met succes wordt door mij toegepast, het gedurende den nacht
donker houden der stallen. De paarden zijn veel rustiger en
schrikken niet steeds op.
Een flauw brandende bollantaarn aan den ingang der stal
dient voor alle eventualiteiten.