56 Waar de ritmeester Daniels niet op wijst en toch toch van zéér veel belang is, is dat de standplaatsen in de stallen te nauw voor de ponies zijn. Bij zijn eskadron ondervangt de ritmeester gedeeltelijk dit bezwaar, door van elke 3 vakken er 2 te maken. De beschikbare ruimte laat dit toe. Op andere plaatsen is hiervoor geen gele genheid en men zal toestemmen, dat een vakbreedte van 1.47 M. voor een pony van een schofthoogte van 1.48 M. beslist te nauw is. Ook zijn de vakken feitelijk iets te kort, doch dit is van minder bezwaar. Bij eventueele bouw van nieuwe stallen zal men dit gebrek dienen te ondervangen, want het staat bij mij vast, dat een dei- redenen waarom de pony op den troepenstal vooral in warme klimaten er minder goed uitziet dan de officierspaarden, ligt in het feit dat de officierspaarden ruimer gestald zijn en beter kunnen rusten. De pony legt zich 's avonds gaarne plat op zijde en daarvoor zijn de vakken in de troepenstallen beslist te nauw. Ook mijne overtuiging is, dat de pony een bruikbaard paard is voor onze cavalerie. Bruikbaarder dan de Sandelhout, welke zoo jaren lang ons wapen van nut is geweest. Aan de hand van het goede in onze voorschriften en regle menten kunnen wij ons wapen, geremonteerd met ponies, een onmisbaren steun der andere wapens doen worden. J. W. F. Herfkens. Ritm. Gommd. v/h. 4e Veldesk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 68