58 had gediend. Ten einde hierover, in verband met „de traag heid" theoretisch zeer goed verklaarbaar, meerdere zekerheid te krijgen, werd de proef te Koeta Radja als volgt herhaald Als schijf werd gebezigd een drietal gegalvaniseerd ijzeren dakplatende eerste, in schuinen stand geplaatst op zes Meter afstand van den schutter, stelde het dak van de chambree vooi de beide andere platen dat van het privaat, dat zich op 13 M. achter de chambree bevond; onmiddellijk achter deze twee pla ten werd een dubbele plank opgesteld om zoo mogelijk deelen van het projectiel op te vangen. Met een viertal projectielen, als boven bewerkt, doch niet van een kruissnede voorzien, werd geschoten. Zij veroorzaakten elk slechts één gat, dat zich, met uitzondering van het vierde, slechts door zijne meerdere grootte onderscheidde van dat, gevormd door een normalen kogel. Het vierde schot gaf een langwerpig dwars- gat (zie plaat). In de volgende schijven werd van dit projec tiel niets meer teruggevonden, daarentegen maakten de drie andere in de tweede zinken plaat ook slechts één gat, doch van grooteren omvang dan in de eerste, terwijl de gaten, in de derde plaat aangetroffen, op eene sterke versplintering wezen, Men vond althans in deze laatste plaat, behalve enkele deuken, respectievelijk 4, 5 en 7 gaten n.l. één groot gat, waaromheen zich kleinere hadden gegroepeerd. Yan een der projectielen werd het voorste gedeelte van den stalen mantel, in ingedeukten, doch overigens gaven vorm terug gevonden. Het bleek met de punt naar voren in de plank te zijn gedronggen. Dit stuk mantel was ruim 2 c.M. lang (normale lengte ruim 3 c. M.), zoodat daarvan een of meerdere stukken moeten zijn afgescheurd. Het lood had zich geheel van den mantel gescheiden, in verband waarmede de veronderstel ling, dat het groote gat door het loodt van het projectiel, de kleinere door stukken van den stalen mantel zijn gemaakt, mij niet gewaagd toeschijnt. Omtrent afscheiding van looddeelen werd althans niets geconstateerd. Na de boven gemelde misdaad had men bij nader onderzoek in een der kogelgaten in de deur een stuk lood gevonden van be langrijk minder gewicht en veel kleiner dan van den gewonen kogel, doch met zekerheid afkomstig van onze patroon. Dit I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 70