74
want het is uit een moreel oogpunt niet hetzelfde of men 40
van een compagnie of van een bataillon plotseling buiten gevecht
stelt. Dit neemt echter niet weg, dat met het beschikbare ge
schut de dubbele uitwerking had kunnen zijn verkregen. Nog
zij aangeteekend, dat 't vuur verliep in 50".
Het tweede doel is een regiment dat zich uit de sectie colonne
gaat ontwikkelen: Totale diepte volgens teekening ruim 250 M.
Afstand: ver boven 3000 M.
Nadat 37 en 39 had gegeven, werd na de controle
salvo gestrooid op 35, 36, 37, 38. Dat men toch nog 50 tref
fers kreeg, mag een gelukje genoemd worden. Er had gevuurd
moeten worden op 36, 37 enz. t/m. 41.
Alleen de groote afstand zou het openen van het vuur op
35 kunnen wettigen, dat dan echter tot 42 had moeten zijn
voortgezet.
Het „gering" aantal °/0 treffers wordt nu daardoor verklaard
„dass ein Teil der auf der kiirzesten Entfernung abgegebenen
schüsse aufschlage waren, also keine wirkung hatten". Juist die
korte schoten zouden toch niets uitgericht hebben, al hadden ze
goede springpunten gegeven.
Behalve dat bijzonder diepe doelen tot vergrooting van het
aantal afstanden leidt waarop gevuurd moet worden, ook daar
toe dwingt ons het gebruik van projectielen met minder diepte
werking, zooals de eenvoudige formule aangeeft. Indien men
„het effect van het progressieve vuur bij verschillend geschut"
wil nagaan, heeft het geen zin toch bij alle kanonnen slechts
op 4 afstanden te vuren. Bovendien moeten alle van het ka-
nöti terugloopsysteem zijn, zooals we reeds opmerkten betreffende
de tabel op blz. 739 van het I. M. T. 1905 No. 8.
Men moet voor die vergelijking uitgaan van gelijke totaal
gewichten aan munitie en de conclusie waartoe men komt is
dan zooals te verwachten was, dat een kanon van geringer
ballistisch vermogen, zooals noodzakelijk elk lichter kanon van
het zelfde systeem, zich minder voordeelig dan het Fransche
geschut bewijst bij het progressieve vuur. Het rendement van
een G-.K. en de dieptewerking nemen nu eenmaal met het ge
ringer worden van het kaliber af.