BOEKAANKONDIGING. „De Volksvertegenwoordigers aan liet woord," door rde(n) schrijver van de brochure." Uitgevers J. Hoekstra en Co. 's Graven- li age. Onder het motto „Age quod agir," (wat gij doet, doe dat goed) heeft de bekende „schrijver der brochure" weder een vlugschrift verspreid, waarin opnieuw de kwestie van de samensmelting der officierskorpsen van het Nederlandsche en het Nederlandsch-Indische leger aan de orde is. Hoe de schrijver, die sinds jaren onder denzelfden schuilnaam een belangrijk aandeel nam in den fusie-strijd, er thans toe gekomen is, om deze zaak opnieuw ter sprake te brengen, zal den lezer der brochure reeds spoedig duidelijk worden. In de eerste bladzijde toch deelt de schrijver mede, dat thans na een tijdvak van ruim 10 jaar ten slotte het oogenblik moet aangebroken zijn, waarop door de ministers van koloniën en van oorlog een zuiver omlijnd en volledig gemotiveerd antwoord zal gegeven worden op de vraag, die reeds in het Voorloopig Verslag van 1901 werd gesteld: „welke maatregelen deze ministers voornemens zijn te nemen, naar aanleiding van het Kapport der Staatscommissie in zake de samensmelting der officierskorpsen in Ne derland en Indie". Dat dit tijdstip moet aangebroken zijn, baseert schrijver op de feiten, dat gedurende 10 jaren het fusie-denkbeeld bijna ieder jaar in de voor- loopige Begrootingsverslagen en in de vergaderingen der beide kamers ter sprake kwam, dat sinds 1895 deze kwestie in woord en geschrift her haaldelijk te berde werd gebracht, dat sedert (van 20 October 1898 t/m. 15 Juni 1901) de zaak door een staatscommissie bestudeerd werd, dat vervolgens het door die commissie uitgebrachte rapport in handen was gesteld van het Oost-Indische legerbestuur, hetwelk ruim 2 jaar later rapport uitbracht en dat ten slotte deze stukken ter beoordeeling werden gezonden aan een commissie van Nederlandsche opperofficieren, die in het begin van 1905 met haren arbeid gereed kwam.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 96