142
In Paraan konden de paarden gestald worden in de galerij
rondom het ledige koffiepakhuis, terwijl de manschappen daar
binnen een plaatsje vonden.
Gras en gaba van vrij goede hoedanigheid waren in voldoende
hoeveelheid te koop.
Ylak bij het kwartier was een kali met prachtig helder water,
waarin de paarden een uur na aankomst werden gewasschen.
Den volgenden dag om 6 uur 's morgens werd de marsch ver
volgd over NgadiredjoDjoempritTambi naar Diëng.
Tot Ngadiredjo kon tempo 10' op 10' gereden worden, daarna
was stappen de boodschap.
Halverwege Ngadiredjo en het zadel benoorden den Sindoro bij
kpg. Djoemprit, alwaar zich de prachtige spuitende bron van de
kali Progo bevindt, werd een korte halt gehouden om den paar
den gelegenheid te geven hun dorst te lesschen aan het heerlijke
koele water. Het zadel werd daarop te voet beklommen en
vervolgens aan de westzijde met de paarden aan de hand afge
daald tot aan de theefabriek Tambiwaar gerust werd van half
tien tot bij elven.
Daarna werd doorgemarcheerd naar Garongvanwaar de be
stijging van de zuidelijke helling van den G. Prahoe begon. De
weg was hier zoo steil, dat weer geruimen tijd met de paarden
aan de hand gemarcheerd werd.
Tegen H/4 n.m. was de patrouille aangekomen ter hoogte van
de pasangrahan Diëng. Dien dag waren 31 K.M. afgelegd;
de weg was zeer goed geweest, het terrein echter bijzonder zwaar.
Aangezien de pasangrahan slechts stalling bood voor 4 paar
den, huurde de detachementscommandant een hut, waarin hij
menschen en paarden onderbracht.
Water was er in voldoende hoeveelheid. Gras van slechte
hoedanigheid was tegen vrij hoogen prijs te krijgen, gaba of padi
echter niet; wel djagong, doch eveneens tegen zeer hoogen prijs
en in onvoldoende hoeveelheid.
Het was te koud om de paarden te baden. Nog dienzelfden
middag werd met de menschen een wandeling van drie uur
gemaakt en achtereenvolgens Telaga Werna, Tjandi Welakoe Doro,
Kawas KidangKawas Banteng, Telaga Merdodo bezocht, waarna