EEN MOEILIJKE TOCÏIT NAAR HONITETOE (CERAM).
In de maand Augustus 1905 had een mobiele colonne het
terrein tusschen Wahaai (Noord-kust) en Kairatoe (Zuid-kust)
bezocht en was den 5en September, zonder bijzondere meldens
waardigheden ondervonden te hebben, in laatstgenoemde plaats
aangekomen 1).
Gedurende dezen tocht was gebleken, dat de Berg-Alfoeren uit
het Tala-gebied ons vijandig gezind waren en het was daarom,
dat besloten werd om na enkele rustdagen opnieuw naar het
binnenland en wel voornamelijk naar het beruchte Honitetoe
op te rukken.
Te voren werd een detachement gelegerd aan de mondingen
van de Tala-rivier ten einde de voornaamste toevoerwegen tot
het Tala-gebied af te sluiten.
Voor den tocht was beschikbaar eene colonne, ter sterkte van
drie officieren, één officier van gezondheid, 120 minderen der
infanterie en eenig hospitaalpersoneel, onder bevel van majoor
A. P. van de Siepkamp. Als eerste doel was gekozen het bij
den voorgaanden tocht bezochte ïtoemberoe.
Twee Berg-Alfoeren uit die negory dienden de colonne als
gidsen, terwijl de patih van Kuloetoe Warasima en de orang kaja
van Woesamoe zich daarbij aangesloten hadden 2).
Levensmiddelen en verdere benoodigdheden werden meege
voerd door een trein, bestaande uit 94 dwangarbeiders en 105
vrije koelies uit de verschillende nederzettingen aan de kust.
1) Voor het algemeen overzicht van den toestand op het eiland Ceram wordt ver
wezen naar de in deze aflevering voorkomende varia. Op de daarbij gevoegde kaart zijn
de meeste plaatsnamen, in dit artikel genoemd, te vinden. Op groote nauwkeurigheid kan
echter deze schetskaart geen aanspraak maken, daar thans voor het eerst een militaire
opnemer aan een colonne op dat eiland toegevoegd is.
2) Beide inlandsche hoofden hadden in Juli 1904 de colonne onder luitenant Sachse
naar Honitetoe vergezeld (zie hieromtrent I. M. T. 1904 2e deel blz. 1141) toentertijd
werd echter een andere weg gevolgd n.l van Kairatoe rechtstreeks naar Honitetoe.