ALG. ORDER 1894 No. 69.
VOORSCHRIFTEN VOOR DE WATERVOORZIENING.
Deze voorschriften, ruim tien jaar geleden gegeven, zijn ver
ouderd en dienen, om op de hoogte der wetenschap te komen,
te worden herzien
Art. 1. zegt (o.m): „Zoogenaamd hard water, dat men her-
„kent aan de onvolkomen schuimvorming met zeep, is minder
„geschikt voor drinkwater."
Dit voorschrift zou dus reeds voldoende zijn voor een niet-
deskundige om een drinkwater af te keuien, want er volgt op.
„De verdere eischen, die aan goed drinkwater moeten worden
"gesteld, zooals de onschadelijkheid der daarin opgeloste stoffen
„en de afwezigheid van ziekte-veroorzakende organismen, kunnen
„alleen door deskundigen worden beoordeeld."
Een deskundige zal echter niet licht een drinkwater afkeuien
wegens te groote hardheid, want de meening dat hard water
ongezond zou zijn, is reeds lang verlaten.
De hardheid van het leidingwater, dat sedert vele jaren de
stad Maastricht van drinkwater voorziet, is zelfs zoo groot, dat
het bij staan aan de lucht, door het verlies van koolzuui, aan
de oppervlakte zeer fijne kristalplaatjes van koolzure kalk af
scheidt. Toch werd er geen bezwaar in gevonden dit water in
gebruik te stellen.
Dr. König zegt in de jongste uitgaaf (1904) van zijn beroemd
werk: „Die menschliche Nahrungs- und Genussmittel": Ge-
„sundheitliche Bedenken stehen der Yerwendung eines harten
',|und auch sehr harten Wassers in der Regel nicht im Wege,
",wohl aber machen sich bei Yerwendung eines solchen, Übel-
"stande für den Gebrauch im Haushalte beim Kochen, Waschen
„u. s. w. fühlbar."
Wij lezen verder in de „voorschriften": „Bron- of welwater,
„waartoe ook het artesisch water wordt gebracht, alsook regen
water en putwater uit diepe putten in een weinig of niet bevolkte
