598
gewond: 1 tweede luitenant, 13 Eur.2 Amb. en 11 Inl.
minderen.
De batterij verloor één muildier.
Verbruikt waren 11528 Beaumont- en 258 min. kal. patronen,
46 Gr. en 21 G. K. T.
De commandant der le colonne verdeelde zijne genietroepen
in drie gedeelten, om bij de tuchtiging behulpzaam te zijn.
Ten 8 u. v.m. marcheerden de maréchaussee en het 7e bataljon
uit het bivak af en twintig minuten later ook het 3e bataljon,
waarbij de colonnecommandant.
De maréchaussée had haar taak ten 10 u. v.m. volbracht en
keerde huiswaarts.
Het 7e was om 11 uur gereed en kwam in den Noordrand
van Lam-Krak in stelling; het 3e marcheerde in 4 afdeelingen
naar den Zuidrand van het te tuchtigen gedeelte (Blang Miraij);
daar had de 2e compagnie Baha te bezetten.
Om 9 u. 50 v.m. werd op een signaal van den colonnecom
mandant al brandende in zuiver Noordelijke richting getrokken.
De bezetting van Baha kreeg intusschen een matig vuur van
zich in de sawah of kampongrand ophoudende vijanden. Aan
vankelijk werd dat beantwoord, maar spoedig trok ook deze troep
terug en 11 u. 45 v.m. was het geheele bataljon weer in het
bivak verzameld. Daar was ook ten 8 u. 45 het transport, dat
de 2e colonne van vivres had voorzien, gearriveerd.
Ten 9 u. v.m. zond de bevelhebber de detachementen cavalerie
van de le en van de reserve-colonne naar den kraton terug.
Een half uur later kwam de artillerie der le colonne op eene
hoogte, 150 M. Oostenlijk van den Zuidrand van Ateuh-Raja
in batterij, teneinde zoonoodig steun bij den terugtocht te ver-
leenen, en tegen tien uur gingen de dragers van het vivrestrans-
port, alle zieken en gewonden en wat voorts niet strikt noodig
was, op marsch, om ten half één door het 3e bataljon te worden
gevolgd.
De commandant van het 14e berichtte 11 u. v.m., dat T. Neq
Imam der IX Moekims zich te Biloel gemeld had, met het ver
zoek, een viertal volgelingen naar het gebergte te mogen zenden,
teneinde de gevluchte bevolking van Nesoeh terug te roepen.
Dit werd toegestaan.