599
Het halve 7e bataljon retireerde 12 u. 45 n.m. naar Ateuh-
Raja om achter het 3e bataljon aan te sluiten; eindelijk verliet
ten 1 uur de achterhoede 2 compagnieën 12 bataljon onder
den luitenant-kolonel Soeters het bivak.
Op de sawah kregen zij door 's vijands vuur nog twee licht
gewonden
De beide andere compagnieën van het 12e en de in Ateuh-
Raja in batterij staande drie sectiën artillerie sloten zich daar
bij de achterhoede aan, die verder, zonder bemoeielijkt te zijn,
ten 1 u. 15 n.m. den grooten weg bereikte. Hier voegde de
genie der reservecolonne zich bij haar.
's Vijands vuur had intusschen geheel opgehouden. Vergezeld
van den luitenant-kolonel Bisschoff, reed de bevelhebber door naar
Lam-Peneroet, het den chef van den staf overlatend den terug
tocht verder te regelen.
Deze gelastte den commandant van het 14e te Riloel, om, zoo
dra alle andere troepen op den grooten weg zouden zijn aange
komen, met zijne twee compagnieën en de sectie artillerie de
taak der achterhoede over te nemen.
Om 2 u. 45 n.m. verliet majoor Thomson Biloel. Zijne afdeeling
ontving nog enkele schoten uit Z. W. richting, zonder daardoor
echter verliezen te lijden; 3 u. 25 n.m. bereikte zij Tjot Goeë,
waar zich ook de beide gedetacheerde compagnieën verzamelden.
Die in Lehong was ook nog eenigen tijd onder vuur genomen.
Per extratrein werden de troepen van Lam-Peneroet naar Koeta
Radja vervoerd.
Hiermede was de tuchtiging der Lam-Krak-Moekims afgeloo-
pen. De tegenstand in dit, langen tijd zoo gevreesde, deel van
Groot-Atjeh was zeer gering geweest. Behalve de reeds bij de
2e colonne genoemde verliezen waren er aan gesneuvelden 2 Am-
boneezen en één dwangarbeider, aan gewonden 2 Eur. sergeanten
en 1 Eur. fuselier.
De geheele buit bedroeg drie achterlaad- en 6 voorlaadgeweren;
het munitieverbruik bij de le colonne:
3-538 Beaumont- 13-36 min.-kaliber-, en 258 Remingtonpa-
tronen en 11 G.
bij de reserve-colonne6255 Beaumontpatronen, 14 G. en
19 G. K. T.