600 Aan 's vijands zijde sneuvelde o. m. de Afghaansche avonturier Habib Koeala van Pedir (Said Anajatoellah), die in het Pedirsche nog al in aanzien was. Overigens ontbraken nauwkeurige gegevens omtrent de ver liezen. De batterijen bij Lam-Djamoe werden den 12en Juni ontwapend en geslecht. Yan de posten der Oosterlinie liepen patrouilles in het voorterrein, die niets bijzonders opleverden. Per gouvernementsstoomer „Albatros" begaven zich in den avond van dien dag de chef van den staf, de kapitein van den generalen staf H. C. Kronouer, en de luitenant ter zee le klasse J. J. Hissink naar de Westkust, om, met het oog op eene even- tueele landing in Lepong, verkenningen te doen. Hierbij sloot zich ook de commandant van H. M. Madoera, de luitenant ter zee le kl. R. Reinders aan. De overste van Yliet en gevolg keerden den volgenden avond terug. Het resultaat der verkenning was niet bevredigend en daar eene excursie naar dat landschap, uitsluitend over land, te veel bezwaren met zich bracht, moest van die onderneming worden afgezien, totdat de weersgesteldheid er zich beter toe zou leenen. Eene colonne bestaande uit het 3e en 6e bataljon infanterie, 1 peloton cavalerie, 2 sectiën berg-artillerie en een detachement genietroepen met twee ambulances en trein onder den luitenant kolonel G. A. Hansen maakten den 13en eene verkenningstocht naar de groote brug over de Kroëng Raba. Verschillende punten werden onder weg bezet, nergens tegenstand ondervonden. Nadat de genietroepen in Lam Poelau een paar oude kanonnen hadden doen springen, werd naar Lam-Djamoe terug-gemarcheerd. In LotP Nga had men zelfs de vrouwen weer in de kampong aangetroffen. Door den Regeeringscommissaris was bepaald, dat de aan de hoofden buiten de linie in bruikleen verstrekte geweren, inge leverd dienden te worden. T. Panglima Bintang der III Moekims Daroe deed daarom 12 van de 16 hem verstrekte trompladers terugbrengen, T. Nja

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 110