604 Een gemengd bataljon: commandant majoor K. W. Steinmetz. Sterkte: 1 Comp. 15de Bat.: 4 officieren en 94 minderen. 1 Comp. 1ste Garn. Bat.: 4 officieren en 117 minderen. 1 Comp. 2de Garn. Bat.: 4 officieren en 122 minderen. Artillerie. lste Bergbatterijcommandant kapitein Nauta. Sterkte3 officieren, 60 minderen en 4 vuurmonden. Genietroepen. Een detachement: commandant le luitenant C. J. de Bruyn. Sterkte: 32 minderen. Geneeskundige dienst. Twee ambulances: onder de officieren van gezondheid A. J. Salm en J. van Leent. Sterkte: elk 18 minderen. Trein 16 mandoers en 330 dwangarbeiders tot het dragen van tandoes, reserve-munitie, geniematerialen en verbandmiddelen. Algenieene Trein. 4 mandoers en 215 dwangarbeiders ter beschikking van den Gewestelijk Intendant. Yoor de operatie werd ongeveer de volgende dispositie gegeven. „In den vroegen morgen van den 16en Juni zal worden uit gerukt naar de V Moekims Montassik, om de vijandelijke ben den, die zich ophouden in de streek Paja-Oe-Senelop-Montassik „en Lam-Pasei op te sporen en te verdrijven. „De eerste colonne zal ten 4 u. v.m. van Lam-Permai over den „grooten weg naar Kroeng Gloempang oprukken en voorloopig „stelling nemen op het hooge terrein ten Oosten van onze vroegere „versterking van dien naam. „De tweede colonne volgt ten 5 u. v.m. dienzelfden weg tot „Tjot Doe en marcheert vandaar in Z. O. richting over het „hooge terrein naar Tjot Maraja. „Beide colonnes zoeken hier verband met elkander, waarna de „gezamenlijke opmarsch in breed front en in Zuidelijke richting „danig zal worden genomen, dat de weg Paja-Oe-Senelop de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 114