605
„grens is, waarlangs de rechtervleugel van de 2e colonne zich
„beweegt, terwijl de eerste colonne hare marschrichting neemt,
„ongeveer door Tjot Sajoen, Tjot Kajoe, Tjot Loöt, Masdjid Hoho,
„Passer Hoho, Ampé Batee, Ba' Li ilip en de beide Lam-Nga
„naar Lam-Pasei.
„De troepen nuttigen voor den afmarsch een warm maal en
„nemen een stevig ontbijt mede, de veldflesch gevuld met koffie.
„Het medenemen van de eetketels wordt aan de korpscom-
„mandanten overgelaten.
„Gedurende de operaties worden de troepen gevoed door de
„zorg van de intendance.
„Officieren, onderluitenants en adjudant-onderofficieren voor
dien in eigen voeding."
De Militaire Commandant nam zelf de leiding van het geheel op
zich en sloot zich met zijnen staf aanvankelijk bij de le colonne aan.
Tot aanvulling van hetgeen vroeger reeds vermeld werd om
trent de posities van den vijand, nog het volgende: Yanafden
weg Lam-PermaiKroeng-Gloempang tot aan de Atjeh-rivier
lagen op de grenzen der III Moekims Kerkoen versterkingen bij
den grooten boom Noord van Adjé en bij Binasa-Adjé, in den
Zuidrand van Adjé en in den Noordrand van Adjé Boeng Mira
en Lam-Ateuh.
De vorenbedoelde versterkingen te Tjot Goet, Tjot Boeng Mon
(Zuid van Lam-Ateuh) en te Tjot Gloempang, d. i. de heuvel tus-
schen Tjot Goet en Lam-Soet onze verlaten benteng waren
volgens de berichten nog vrij sterk bezet; die in de III Moe
kims Kerkoen daarentegen tot in den morgen van den 15en niet.
In Adjé en omliggende kampongs verbleven echter 500 man
met 200 geweren van T. Rajoet, den hoeloebalang der V Moekims
Montassik, die bij een eventueel oprukken van onze zijde, on
middellijk de laatstgenoemde versterkingen zouden occupeeren.
Masdjid Gani was onbezet; de bevolking van Adjé naar Siroen
gevlucht.
In tweede linie lagen versterkingen te Lam-Nga-Zuid en te
Pantai-Karang, terwijl Masdjid Hoho, Tjot Sajoen, Tjot Loöt,
Tjot Mantjang, Ampé Batee, Tjot Senang, Soemet en Sbar ge
makkelijk door den vijand te verdedigen waren, door de aan
wezigheid van oude versterkingen.