- 606 - In de bentengs op het acces van Tjot Rang-Baba Djoeroeng en Oelee-Tjot bevonden zich geen vijanden. Ten slotte was er nog eene versterking in Teupin Batee, Lam- poes Redeb, ook wel Koeta Kroëng-Lingkar geheeten, waarin de echtgenoote van Habib Loeng Kroëng woonde. T. Rajoet bezat drie woningen, één te Lam-Pasei, één te Ba* Tjerie en één te Tjot Loötde familie van T. Brahim Mon- tassik woonde eveneens te Lam-Pasei. Ouder gewoonte had de vijand eenige bruggen in den weg Gani Kroëng Gloempang afgebroken. De Kroëng-Lingkar was bij Lam- Tjot goed doorwaadbaar. In het gedeelte Kroëng-Gloempang Mon- tassik waren de meeste overgangsmiddelen eveneens verdwenen. De kampongs, in gewone tijden sterk bevolkt, zijn op lage heuvels gebouwd, omgeven door sawahs, die over het algemeen zeer drassig waren. De erven zijn meest sterk begroeid en door zware paggers gescheiden. Slechts hier en daar trof men smalle, vaak diep in gesneden voetpaden aan. Meer Oostwaarts van den weg Kroëng Gloempang—Montassik lagen tusschen de heuvels, instede van sawahs, moerassen- soms met nipahbosschen- waar men tot aan de borst doorheen moet waden. Diepe slooten en beekjes, niet op de kaart voorkomend, droegen er het hunne toe bij om den opmarsch onzer colonne te vertragen. Om 4 u. v. m. marcheerde de voorhoede der le colonne (de maréchaussée en de le compagnie-repeteergeweren van het 3e bataljon) van Lam-Permai af. Zonder zich te storen aan vijanden, die mogelijk tusschen Masdjid Gani en Adjé op den troep zouden vuren, moest deze voorhoede naar de versterking ten noorden van Adjé, aan den grooten weg marcheeren en deze eventueel met het blanke wapen vermeesteren. De Masdjid Gani bleek door den vijand bezet; hij merkte de maréchaussée echter niet op. De gesignaleerde versterkingen echter waren beide ledig, evenals de in Adjé gebouwde benteng. Voorloopig bleef de maréchaussée hier, totdat ten kwart voor zes de hoofdcolonne die posities overnam.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 116