618
dant der bereden artillerie, de leiding van het vuur der 12 stuk
ken bij den terugtocht op.
Het bleek evenwel niet noodig, dat die batterijen al dadelijk
het vuur openden.
Overeenkomstig de ontvangen orders trok het 6e bataljon via
Lam-Nga, Sban, Tjot Senang naar de brug bij Toei Selimbing
over de Lingkar en verder naar Kroeng Gloempang; het 9e naai
den Zuidrand van Aloer Oe, achter de artilleriestelling om naai
den grooten weg en verder ook naar Kroeng Gloempang.
Beide bataljons kwamen daar ten ongeveer 6 u. n.m. aan,
zonder iets meer van een vijand bemerkt te hebben.
Het 7e bataljon had de order om direct langs den grooten weg
terug te gaan en in Lam-Baroe-Noord voorloopig een compagnie
tot dekking in den rug achter te laten, niet in tijds ontvangen
en retireerde ongestoord over de open sawah.
De colonnecommandant veranderde nu zijn bevel en gelastte,
dat 2 compagnieën van het 7e den terugtocht langs den grooten
weg zouden dekken en de beide anderen de artillerie zouden
beschermen.
Het 9e bataljon was nauwelijks afgemarcheerd of in den Noord-
westrand van Lam-Bada verscheen een bende, die een goed doel
vormde voor de artillerie. Een viertal granaten werden er aan
besteed, met dat succes, dat de vijand even snel verdween als
hij gekomen was en de batterijen kouden opleggen.
Toen er bij de brug over de Kroëng-Raja oponthoud ontstond,
doordien een muildier met stuk naar omlaag tuimelde, namen
de Atjehers de gelegenheid waar en naderden in de sawah ach
ter galangans den troep zoo dicht, dat zij het 7e bataljon nog
eenige gewonden konden bezorgen.
Wij zagen reeds hoe de eerste colonne op de linkerflank dei-
tweede ageerde en hoe een deel dier colonne, toen de vijand uit
Tibangpoei de compagnie Jansen hinderde, achter de ten Oosten
van Lam-Nga-Zuid gelegen heuvels in stelling kwam.
De ma.réchaussée bereikte wijders den Noordrand van Lam-
Pasei een oogenblik vóór de compagnie Jansen (2 u. 30 n.m.)
Om 3 u. 10 n.m. was de geheele colonne daar gearriveerd.
Tegen het vuur uit Noordoostelijke richting deed overste Bis-