624 het voorgeschrevene, middels reglementen, voorschriften of bevelen en geldend voor elk militair of voor eene categorie af zonderlijk, in verband met het bepaalde in het Reglement van Krijgstucht of het Crimineel Wetboek, wordt ten uitvoer gebracht. Laten wij aan elk het woord, om de oorzaken van hun vragen te noemen, dan zal de niet-militair U als regel wijzen op: 1. het slecht brengen van de militaire eerbewijzen en het niet betoonen van een behoorlijken eerbied voor den meerdere; 2. een minder goed militair voorkomen buiten dienst en onder de wapenen; 3. een minder goed gedrag in het openbaar; 4. het meer en meer voorkomend geschrijf door minderen in dagbladen over handelingen van hoogergeplaatste personen, waarin bij het wijzen op, volgens de meening dier minderen, bestaande onbillijkheden, meermalen een hoogst onkrijgstuchtelijke toon wordt aangeslagen. De militair zal bovendien nog wijzen op: 5. de gevallen van dienstweigeren en onvoldoend gehoorzamen; 6 de teekenen van een minder goeden geest in het leger, zich voornamelijk kenmerkende door onverschilligheid, verslapping en ontevredenheid. Bij de beschouwingen over bovengenoemde punten vervalt men gemakkelijk in de fout het Ned.-Indisch vrijwilligerleger te willen gaan vergelijken met sommige Europeesche militielegers. Indien men evenwel slechts let op het verschil in nationaliteit, diensttijd, gemiddelden leeftijd van den soldaat, oorzaken, die als regel tot dienstneming hebben geleid, ernst van het beroep, klimaat en levensomstandigheden, dan heeft men hier reeds vol doende aan om een lijvig artikel te schrijven, waaruit zou blijken, dat de middelen tot handhaving' der tucht hier niet in die mate, als daar, geput mogen worden uit een reeks van bepalingen, betreffende de onderlinge verhouding van meerderen en minderen, en den inwendigen dienst; dat verschil toch zou duidelijk doen uitkomen, hoe spoedig men zou stuiten op een bepaling, die zou indruischen tegen de hier aanwezige toestanden, die zich niet zou aanpassen aan de hier bestaande omstandigheden, en daar door den mindere een drukkende last zou worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 134