630
niets wordt gecommandeerddoet men niets en staat eenvoudig onbe
weeglijk stil; alleen op een bepaald commando wordt eene bepaalde
zaak stramhoekig en machinaal uitgevoerd, liefst met een ruk.
Ik wil toegevendat men op die wijze discipline kweektmaar nu
kom ik tot de tweede vraag of dat de discipline is, die men noodig
hee/t op het gevechtsvelcl
Excerceerdiscipline eischt alleen onderwerping en ziet af van mede
werking. Gevechtsdiscipline eischt in hoofdzaak medew er king, zonder
de onclenoerping uit te sluiten. Wil men loare gevechtsdiscipline
kweeken, dan eische men bij het uitvoeren van alle bewegingen de
grootst mogelijke orde en stilte, gepaard aan de voor het doel ver-
eischte nauiv keurig heid
Op welke feiten en waarnemingen deze opvatting van tweeër
lei discipline berust, wordt niet vermeld. Tot heden heeft geen
leger grooter excerceerdiscipline gekend dan het Duitsche. Toch
was in de verschillende en steeds met succès door het Duitsche
leger gehouden veldtochten ook de gevechtsdiscipline bijna
spreekwoordelijk. Was dat eene omstandigheid, onafhankelijk
van de excerceerdiscipline?
Velen, bij de vergadering van de V. K. W. bleek heb, kunnen
het evenmin als ik eens zijn met den Heer A. v. G-., waar hij
excerceerdiscipline niet noodig acht om gevechtsdiscipline te
verkrijgen.
Ik beschouw de laatste als een uitvloeisel van de excerceerdis
cipline. Ook uit den slotzin van het laatst aangehaalde van den
Heer A. v. G-. blijkt m.i. duidelijk, dat excerceerdiscipline kwee
ken feitelijk hetzelfde is als het kweeken van gevechtsdiscipline
(het eischen van de grootst mogelijke orde en rust), doch dat
bij de uitvoering een meer dan noodige nauwkeurigheid (stram
heid) vereischt wordt. Die meerdere nauwkeurigheid (stram
heid) is een kwestie van oefening, kan daardoor de orde en
rust ten goede komen, doch wijzigt niet plotseling den aard dei-
discipline. Ik voor mij blijf gelooven, dat, als men den tijd
heeft, het niet verkeerd gezien is, het meerdere te eischen om
het mindere te verkrijgen.
Ook heb onderscheid, dat gelegen zou zijn tusschen onderwer
ping en medewerking, bestaat m.i. niet. Hij, die zich onderwerpt,
moet, desnoods onbewust of onwillig, medewerken; zonder on-