641 moest zij tijdens de voorbereiding van de expeditie worden ge formeerd, waartoe de 4 kanonnen met toebehooren en de muni tie van de marine werden overgenomen en het overige materieel bij den Artillerie Constructie Winkel werd ontworpen en aan gemaakt. Tevens werd den Commandant der 3e Bergbatterij opgedragen gegevens te verzamelen omtrent bet vervoer van het materieel door dragers en een gedeelte van het personeel zijner batterij te oefenen in de behandeling van en het werkdadig vu ren met het 3.7 c.M. geschut. In ongeveer 4 maanden moest de batterij geheel gereed zijn om te velde te kunnen trekken, zoodat met den meesten spoed moest worden gewerkt. Daar weinig tijd beschikbaar bleef om uitgebreide gebruiksproeven te kunnen houden, moest de expe ditie de gelegenheid bieden om te bewijzen, of het materieel ook op den duur aan alle te stellen eischen zou voldoen. Bij het opmaken der ontwerpen en voorstellen moesten in hoofdzaak de volgende punten worden in acht genomen le gerekend moet worden op het stalen marinekanon van 3.7 c.M. (gewicht 45 K.G.). 2e voor dat kanon moet een affuit voor het gebruik in het terrein worden ontworpen, die verdeelbaar is in lasten van 30 K.G. en voldoende stabiliteit bezit bij het schieten, opdat de rich ter bij het leunen tegen de kolf tegen hinderlijke schokken is gevrijwaard. 3e het vervoer van het materieel moet door dragers ge schieden. 4e voor éénmansvrachten (1 M. Ven) moet gerekend worden op 15 K.G. en voor tweemansvrachten (2 M. Ye") op ±30 K.G. Tevens werd de aandacht gevestigd op het drievoetaffuitstelsel met een kort been naar voren en twee lange beenen naar ach teren, ingericht met een zitting voor den richter. De bij de marine bestaande sloepsaffuit (zie plaat XXIA.), welke bij de expeditie naar Samalangan en nu enkele malen tijdens de expeditie naar Zuid- en Midden-Celebes is gebruikt, heeft n. 1. de volgende nadeelen: a. te kleine kniehoogte 0,56 M.), waardoor het richten in vele gevallen zal worden bemoeilijkt of belet. I. M. T. 1906. 43

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 151