642
b. het groote gewicht (60 K. G.) en de onverdeelbaarheid van
de affuit, zoodat zij een 4 M. V. is.
c. het plaatsen van het kanon op de mik bij het innemen van
de gevechtsstelling vordert veel tijd, daar de opsluitschroeven
van de tapdekplaten van een langen fijnen draad zijn voorzien.
Dit laatste nadeel kan worden opgeheven door de mik steeds
aan het kanon bevestigd te laten, maar dan weegt deze last 67
K. G. en is dus ook een 4 M. V.
De ontworpen drievoetaffuit (zie pi. XX en XXI) heeft deze na-
deelen niet, daar zij een kniehoogte van 0,90 M. bezit, verdeelbaar
is in 1- en 2 M. Yen, de verbinding der onderdeelen gemakke
lijk en vlug kan geschieden en minder dragers benoodigd zijn.
Tijdens den aanmaak dezer affuiten werd het personeel geoe
fend in de behandeling en de bediening van het kanon, waarvan
het sluitstuk vrij ingewikkeld is en geheel afwijkt van de
sluitstukken der kanonnen van de bereden artillerie.
Nadat een der affuiten gereed was, werden op het schijfschiet-
terrein der infanterie voorbereidende richt- en schietoefeningen
gehouden. Bij de laatste oefeningen worden, met behoud van
dezelfde verrichtingen, als bij het werkdadig vuren (laden, rich
ten en aftrekken) met behulp van sohietcylinders, in plaats van
de 3.7 c.M. munitie, Beaumontpatronen verschoten. De schiet-
cylinders hebben daartoe uitwendig den vorm van den patroon
van 3.7 c.M., zij zijn doorboord en getrokken en worden, na met
een Beaumontpatroon geladen te zijn, op dezelfde wijze als de
patroon in den vuurmond gebracht, waarna het sluitstuk wordt
gesloten. Bij het afvuren drijft de slagpin van het sluitstuk
de slagpin in den afsluiter van de schietcylinder naar voren,
waardoor de Beaumontpatroon worde ontsloten. De schietcy-
linders voldeden echter niet.
Tengevolge van de korte geleiding in de schietcylinder krijgt
de kogel geen voldoende rotatie, hetgeen oorzaak was, dat bij
het schieten op 200 M. van de schijf enkele kogels plat tegen
de schijf sloegen en groote spreidingen voorkwamen. Om deze
oefeningen op grootere afstanden te kunnen voortzetten werd
een loop M. '95 zonder staartstuk in het kanon voor en achter
gecentreerd en hieruit met patronen M. '95 geschoten, waarbij
gunstige resultaten werden verkregen. Omtrent de exercitieloop