646 2e. Tijdens de expeditie zijn wegens gebrek aan vrije koelies nooit grassnijders ingedeeld, zoodat de kisten tot reservestukken en het archief of in het bivak achterbleven öf naar het vivres- schip „Bromo" werden gebracht. 3e. Het bleek bezwaarlijk het personeel bij andere korpsen in de menage te doen opnemen, waarom tijdens de expeditie veldkookgereedschap werd ontvangen en voor het dragen daar van 6 dragers werden ingedeeld. Het zal daarom overweging verdienen bij eene volgende ex peditie kookgereedschap mede te voeren en bij de batterij 54 dragers in te deelen, waarbij niet op een reserve is gerekend. Uitwerking van liet geschut. Daar de vijand slechts geringen tegenstand heeft geboden, be hoefde de batterij alleen in het gevecht bij Goenoeng Sari in Goa de infanterie met haar vuur te steunen. De vijand vertoon de zich in verspreide groepen in kampongranden en vluchtte bij de eerste schoten in de kampongs, zoodat slechts geringe materieele uitwerking werd verkregen; de moreele uitwerking was daarentegen zoowel op den vijand als op de eigen troepen merkbaar. 'Door de gestrektheid der baan en het geringe indrin- gingsvermogen van het projectiel, tengevolge van de gevoelig heid van de schokbuis bij het indringen, waardoor het projectiel dadelijk springt, zal op een achter zware weringen gedekten vijand geen materieele uitwerking kunnen worden verkregen, tenzij het vijandelijk doel kan worden gedomineerd. Beweegbaarheid. In alle terreinen heeft de batterij de infanterie kunnen vol gen, hoewel bij O. Patiro de draagpaarden door dragers moesten worden vervangen daar het terrein achter het landingspunt voor paarden ongeschikt was. Door sawahterrein werd zonder opont houd gemarcheerd. Als voorbeelden van de beweegbaarheid kunnen worden aange haald de marsch door de 900 M. breede strook bako2 na de landing bij O. Patiro, en de marsch van Salopotjie naar Makasser (36 K.M.) over een gedeeltelijk geaccidenteerd, grootendeels open terrein. De eerste geeft een denkbeeld van het terrein, waarin de bat-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 156