665
beperken is 4 K. G. gaba per dag alleszins voldoende. In den
tijd van meerdaagsche oefeningen, bij manoeuvres en te velde
is m. i. 6 K. G. gaba een minimum en voor vele dieren niet eens
voldoende en dit te meer niet als het gras, zoo het al te krij
gen is, bij zulke gelegenheden veelal van inferieure qualiteit
blijkt te zijn. Zeer terecht merkt ritmeester H. nog op, dat
voor sommige paarden ook in gewone gevallen 5 K. G. reeds te
weinig is; dit geldt hier nog in sterkere mate.
De pony eet langzaam, valt niet zoo op zijn gaba aan als zijn
ambtsbroeder Sandelhout, eet eigenlijk liefst den geheelen dag
door. Ik heb officieren gekend, die hunne paarden 50 h 60 K.G.
gras per dag voerden, waarvan geen spietje overbleefde dieren
verkeerden in uitmuntenden voedingstoestand.
Vroeger kregen de ponies bij de bergartillerie 30 K.G. gras,
totdat plots de intendance ontdekte, dat bij de escadrons slechts
25 K.G. werd verstrekt. Dit was te gek. Er werd toen een
proef gelast, waarbij aan een aantal ponies gedurende een ge-
hèel jaar 25 K.G.aan een evengroot aantal 30 K.G. gras werd
uitgereikt. Aanteekening werd gehouden van de diensten door
de diverse exemplaren verricht, maandelijks werd hun gewicht
en voedingstoestand opgenomen en genoteerd en na een jaar
geconstateerd, dat de 25 K.G. etenden niet noemenswaardig ach
terstonden bij hunne collega's van 30, een resultaat, dat een ieder
had kunnen voorzien; want aangezien het eene onmogelijkheid
was om alle dieren precies dezelfde diensten te laten doen en
steeds die gewichten zoo nauwkeurig na te gaan, konden de resul
taten niet veel uiteenloopen.
Ten koste der arme dieren was 5 K.G. gras per paard en per
dag gewonnen.
Het komt mij evenwel voor, dat dit eene zeer misplaatste
zuinigheid is geweest; een dier met een bijna 2 maal zoo groote
massa als de Sandelhout te voeden met slechts 1.5 K.G. gaba
meer, kan nooit een goede maatregel zijn.
De gaba wordt in drie rations en niet droog gevoerd. Te velde,
in 't algemeen buiten is de pony niet kieskeurig en eet zoodra
hij gelegenheid tot eten krijgt, al is hij nog zoo vermoeid. Het
is m. i. dringend noodig de ponies steeds des nachts ligstroo te
geven, daar leggers zeer veel onder hen voorkomen. Ten slotte de