667 selen en meestal trekt de pony alleen of met eenige kameraden zijn stuk prachtig de helling op en af. Bij het overtrekken van riviertjes en slooten gebeurt het soms, dat het trekdier neiging heeft om in galop de opwaartsche hel ling op te stormen. Kromo moet daarvan meestal niets hebben, laat dikwijls zijn dier uit vrees los, dat dan met stuk en al er van doorgaat, tenzij Europeesche kanonniers bij de hand zijn, om hem in zijne vaart te stuiten. Deze neiging kan worden afgeleerd door de afdaling uiterst bedaard te doen plaats heb ben met kanonniers aan de rem en trektouwen of ophoudreepen. In de sloot gekomen houde men een oogenblik halt, spreke het dier bemoedigend toe, kloppe het op den hals en late het daarna zoo bedaard mogelijk naar boven gaan; stormt hij weg, dan late men een helper de dwangtrens aanhouden, doch ook alleen dan. De geleider blijve zoo mogelijk vóór zijn dier. Bij oefeningen in natte sawahs en modder trekken de ponies prachtig, oneindig beter dan de muildieren. Van gaan liggen, weigeren om op te staan of te trekken geen sprake. Gaat de pony liggen, dan kan hij als regel niet verder, men late hem kalm even uitblazen, helpe hem door het vrij maken der voor- beenen opstaan, een lichte tik of aanmoediging benevens hulp van menschenhanden en voort gaat hij weer. Zijne breedere hoe ven en grootere kracht komen hem hier uitstekend te pas. Bijna zonder uitzondering is de pony in tegenstelling met den gevallen „kobus" nooit weigerachtig om op te staan of lastig; zijn meer der temperament komt hem bij het trekken uitstekend te stade. Als tegenhanger moet vermeld worden, dat hij meer neiging tot schrikken heeft en licht er van door gaat, eigenschappen echter, die op den duur slijten. Dragen. Hoewel vroeger het muildier als eenigste coryphee op gebied van dragen werd beschouwd, komt thans de pony het dien roem ontnemen, want ook als lastdier staat m. i. (en velen, die hem in functie zagen zijn dit met mij eens) de Australiër in ieder terrein boven den „kobus", in doorsnede genomen. Meerdere kracht en ausdauer bij goede voeding, gewilligheid en handelbaarheid bij op- en afladen naast evenveel klim- en daal-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 177