681
No. 14. Aan den commandant van het 7e bataljon infanterie.
„Doormarcheeren over Tjot Rang naar hoog terrein zuid van
„Na Reloh, hier in gevechtsformatie oprukken naar Lam-Rebo
„en verband zoeken met het 12e in Tjot Preh. Daarna berichten.
„Ik blijf bij de reserve en artillerie op den weg."
c. Tjot Eak Tjoe 17-6-'96. 9 u. 26 v.m.
No. 15. Commandant reserve-colonne.
„Volg met artillerie langs den grooten weg tot Na-Reloh."
De cavalerie, die voortdurend berichten over den te doorloopen
weg had ingezonden, meldde ten 9 u. 12 v.m. uit Tjot Rang
waar zij zich voorloopig had opgesteld „dat het 5e bataljon
„op de heuvels bij Lam-Hasan gesignaleerd was, dat door eene
„patrouille met dien troep verbinding werd gezocht en dat zich
„een paar gewapende Atjehers over de heuvels 600 M. oos
telijk van den weg in de richting Lam-Goet bewogen."
Terwijl de colonnecommandant zich naar voren begaf om den
commandant van het 5e bataljon van bevelen te voorzien, kreeg
hij nog een aanvullingsbericht omtrent 'svijands sterkte,'die op
20 man geschat werd.
Deze mededeeling werd doorgezonden aan den commandant
van het 7e bataljon.
Even voor tien uur, ontmoette overste van Heutsz het 5e
bataljon op den driesprong, oostelijk van Lam Hasan.
Het 7e bataljon, dat een paar honderd meter achter den co
lonnecommandant aankwam, kreeg, evenals dezen, bij de brug
N. W, van Tjot Rang vuur uit het hooge terrein bij Lam-Tjeue.
Eenige salvo's, zoowel door eene sectie van het 7e, als door
eene van het 5e bataljon afgegeven, waren voldoende, om de
schutters te verdrijven.
De commandant van het 5e bataljon kreeg het volgende be
vel: 17-6-'96 No. 16 10 u. v.m.
„Met uw korps oprukken naar de bezette vijandelijke ver
sterking Lam-Goet. Het 7e rukt op naar Lam-Rebo, het 12e
„naar Tjot Preh (Lam Preh). Verbinding zoeken met 7e bataljon
„en aan mij berichten."
De cavalerie had bij de verkenning van Lam-Goet een paar
schoten gekregen. Op verzoek van den ritmeester Jhr. de Lannoy
was de bij het 5e bataljon ingedeelde genie aan het werk getogen