690
Thans onder bevel van den luitenant-kolonel C. J. Laceulle
maakte men den 22en Juni opnieuw eene verkenning naar Kroeng
Raba, met eene colonne bestaande uit: het 5e bataljon infanterie,
2 compagnieën van het 7e, 2 pelotons cavalerie, 2 sectiën berg-
artillerie, ambulance en transportmiddelen.
Zes bergades maréchaussée onder den len luitenant G. K.
Dijkstra marcheerden gelijktijdig van Ketapan II door den Glé
Taroempan naar de Yallei van Beradin. Aan den westelijken
uitgang van dien pas werd stelling genomen, tot dat de voren
genoemde colonne op haren terugmarsch ter hoogte van Lam-
Pisang gekomen was. Via Lam-Djamoe keerde die troep naar
Koeta Radja terug.
Ook ditmaal liet de colonnecommandant in de nabijheid van
Boekit Seboen op verschillende punten eene bezetting achter en
marcheerde met een bataljon, eene sectie artillerie en de cava
lerie door tot aan de brug over de Kroeng Raba, waar de cavalerie
met een vrij hevig vuur van achter de duinenrij werd ontvangen.
Het kostte haar twee gewonde Europeesche cavaleristen.
De colonnecommandant deed de scherpschutters van een der
compagnieën voorkomen en 's vijands vuur door hen tot zwijgen
brengen.
Tijdens den terugmarsch wenschte overste Laceulle een paar
compagnieën langs den voet der heuvels oostelijk van den weg
te zenden.
Eene cavalerie-patrouille, die den weg derwaarts verkende,
stuitte echter op de ondoorwaadbare Kroeng-Anoe. Aangezien
er voor de infanterie evenmin overgangsmiddelen aanwezig wa
ren, bepaalde de geheele colonne er zich toe den weg Loh Nga-
Lam-Djamoe te volgen.
Alleen ter hoogte van Lam-Pisang namen een zestal Atjehers
uit het Westergebergte de colonne onder vuur. Eenige goed ge
richte granaten van de artillerie maakten daaraan evenwel spoe
dig een einde.
Tegen 12 uur 's middags werden de troepen per extra trein
naar den kraton teruggebracht.
Yan de buitenposten was tot dusverre Tjot Goeë bezet ge
bleven. Yroeger somden wij de voordeelen, die dit punt aan-