694
Het le échelon moest ten 3 u. v. m. gereed staan, om in de
sloepen af te dalen.
Elke compagnie zou voorts met tandoes, hospitaalpersoneel
en reservemunitie debarkeeren, terwijl alle troepen van te voren
een stevig maal moesten nuttigen en ontbijt met koffie en thee
medenemen.
Ten 10 u. n.m. ging men onder stoom, den volgenden morgen
half drie werd voor Ladoeng het anker uitgeworpen en alles in
gereedheid gebracht voor de landing.
Deze had zonder stoornis plaats. Het le échelon werd gevormd
door de le compagnie genietroepen, het 2e door de 2e compagnie
en de ambulance; het 3e en 4e respectievelijk door de 3e en
4e compagnie.
Zooveel mogelijk werd per sloep één sectie ingescheept.
Na de landing vormden het le echelon de voorhoede, door
zocht de kampong Ladoeng, waarbij een Eur. sergeant en een
fuselier gewond werden door een Atjeher, die zijn verzet met
den dood moest boeten, en zette zich toen zuidwestelijk van de
kampong in het heuvelterrein vast, daarin achtereenvolgens
door de overige echelons gevolgd.
De colonnecommandant kwam met de laatste compagnie aan wal.
Overeenkomstig het landingsbevel, werd het landingspunt tot
's middags 4 uur door eene divisie der marine vastgehouden.
Tegen half zeven was de colonne in Ladoeng verzameld.
De beide gewonden werden naar boord gezonden en de com
mandant der landingsdivisie verzocht de kampongs goed te door
zoeken, bij vertrek alles te verbranden en prauwen en visch-
tuig buit te maken.
De marsch over het gebergte nam onmiddellijk een aanvang.
Slechts hier en daar kwamen steile hellingen voor, die echter
voor afgestegen cavalerie bruikbaar waren.
Het pad, dat nu en dan door kleine bergstroompjes gesneden
werd, liep meest over plateau's en zachtglooiende terreinen.
Geen vijand werd ontmoet en tegen half twaalf de vlakte
der XXVI Moekims bereikt. Men kwam echter niet tegenover
de versterkingen oostwaarts van Lambaroe uit.
De colonnecommandant besloot daarom met de helft zijner
macht de heuvels opnieuw te beklimmen, om in den rug der