697
de Atjehers uit die versterking vluchten in de richting van den
Glé Pajong; ook op de onmiddellijk oostwaarts van de brug ge
legen heuvel voelden zij zich niet veilig meer.
Een peloton van het 14e bataljon bezette nu direct den Tjot
Kariëng, terwijl genietroepen aan de herstelling van de brug
begonnen. Yoor alle zekerheid groeven zij ook de rivieroevers
glooiend af, opdat, hij eene volgende excursie de cavalerie niet
van de brug afhankelijk behoefde te zijn.
Om 10 u. 47 v.m. konden onze ruiters passeeren en verken
den verder de oostwaarts gelegen heuvels.
Vóór den rechtervleugel van het 6e bataljon, op 500 M.,
lag eene verlaten benteng.
Juist wilde de bataljonscommandant die door een peloton doen
bezetten, toen eene bende van 15 man, blijkbaar met hetzelfde
doel van het gebergte afdaalde. Enkele salvo's deden hen even
wel uit elkaar stuiven.
Uit het oostwaarts van Angin Baroe gelegen terrein, bleven
enkele vijanden een onschadelijk vuur op dat korps afgeven.
Ten 11 u. 15 v.m. kreeg het 14e order om, met achterlating
van een peloton bij Masdjid Siem en één bij de artillerie, op te
rukken naar Kroeng Kali. Eene der sectiën artillerie werd even
eens naar de brug verplaatst, ten einde zich op de heuvels in
te schieten en zoo noodig de verwacht wordende le colonne bij
het afdalen van het gebergte te steunen.
Nu het bleek, dat er in de Koeta's op den Glé Broeë geene
of slechts eene zwakke bezetting lag, werd eene compagnie van
het 14e bataljon met wat genietroepen derwaarts gedirigeerd
om de aanwezige gebouwen aan de vlammen prijs te geven.
Na aan hare opdracht voldaan te hebben, keerde deze com
pagnie ten 12 u. 50 n.m. terug, zonder een vijand gezien te
hebben.
Even over half twaalf was de le colonne reeds door de cava
lerie gesignaleerd. Een uur later meldde haar commandant, dat
ook zij geen tegenstand had ondervonden, dat de marsen hier
en daar moeilijkheden had opgeleverd en dat de onjuiste aan
wijzingen van een gids oorzaak waren, dat de colonne op een
verkeerd punt was uitgekomen.