700
Hoewel aan de opdracht voldaan was, had men den vijand
weinig verliezen kunnen toebrengen. Een tiental tromplaad-
geweren vormden de behaalde buit.
T. Tjoet Toengkoeb en T. Nja Makam hadden zich naar Lam-
Labah teruggetrokken.
De van de verschillende posten uitgezonden patrouilles, meest
al ter sterkte van 25 bajonnetten, bezochten de in de nabij
heid gelegen kampongs en ruimden—zooals die van Lam-Tih—de
versterkingen en versperringen, die zij aantroffen, op.
T. Radja Itam bracht den 23en een drietal van Toekoe Oemar
tot hem overgeloopen lieden, afkomstig uit Lam-Tengah, met
een beaumontgeweer en patronen bij het bestuur.
De jeugdige wettige imam van Lam-Nga, T. Abas, en T. Nja
Bintang, imam van Hoho, meldden zich te Koeta Radja.
Laatstgenoemde behoorde tot de hoofden, die te voren nooit
met ons in aanraking waren geweest.
De Regeeringscommissaris achtte de toestand in Atjeh zoozeer
verbeterd, dat hij zijne tegenwoordigheid aldaar verder niet nood
zakelijk achtte en ook der Regeering deed voorstellen een bataljon
infanterie en eene bergbatterij naar Java terug te roepen.
Het vertrek van Zijne Excellentie werd op den 28en Juni
vastgesteld. Den 26en werden tot machtsvertoon en ter ver
drijving van eventueel aan te treffen benden wederom een twee
tal colonnes uitgezonden.
De eerste stond onder de bevelen van den luitenant-kolonel
der infanterie E. W. Bisschof van Heemskerk en bestond uit
het 9e bataljon infanterie, 3 compagnieën van het 7e bataljon,
2 sectiën bergartillerie, 1 peloton cavalerie en een detachement
genietroepenbovendien 2 ambulances en de noodige transport
middelen.
De tweede, uit het 5e bataljon infanterie met eene ambulance,
onder den luitenant-kolonel der infanterie C. J. Laceulle.
De colonne Bisschoff had in opdracht, het terrein aan beide
zijden van de Kroeng Lingkar tusschen Lam-Soet en Senelop
af te patrouilleeren.
Zij marcheerde van Lam-Permai naar Adjé en vandaar door de
kampongs de troepen in gevechtsformatie en in onderling ver-