709 Het is voorwaar geen verkwikkelijk beeld, dat hier van de kern van ons leger wordt opgehangen, vooral de laatste zinsne de geeft er eene bijzondere teekening aan. "Verre tochten in onherbergzame streken en een grooter gebrek dan hierboven genoemd werd, zijn zij vreemd aan den Eugelschen, Franschen, Duitschen kolonialen soldaat, waren zij vreemd aan den Eur. soldaat uit onze krijgsgeschiedenis? Kan van die allen hetzelfde getuigd worden? Mijns inziens is niet voornamelijk of alleen de afkomst van den Eul. soldaat, doch wel degelijk ook het hem eigen gewor den begrip omtrent tucht schuld aan de thans minder gunstige oordeelvelling; dat begrip heeft de Eur. soldaat opgedaan inde vredesgarnizoenen en te velde moet de handhaving van de tucht daar voornamelijk op steunen. Is er reden voor eene zoo vaak geuite ontevredenheid? Zii ontstaat in den regel door eene slechte verpleging en behande ling, eene onoordeelkundige verhouding van arbeid en rust, en door verveling. .Eeine reicliliche Versorging wird frdlich auch dem Soldatenstan- de von Eutzen sein. Er darf keine Noth leiden und bei einem Ver- gleiche seiner Lage mit der von Seinesgleichen im Volke zu keinern un- gunstig en Schlusse kommen. Zufriedenheid ist ein nicht unwichtiger Bestandttheil für die innere Tüchtigkeit eines Hee?'es. Sie wird erzeugt durch das richtige Masz von Arbeit und Versorgung1) Waar men zeggen kan, dat de behandeling en verpleging in de vredesgarnizoenen zich stellig mag meten met die van de beste legers, daar mag tevredenheid verwacht en moet zij zoo noodig geëischt worden. De verpleging dient zich meer dan heden het geval is uitte strekken tot eene oordeelkundige verdeeling van arbeid en rust; rust in de beteekenis van nachtrust. Na zware lichamelijke vermoeienis des daags, moet deze den soldaat, ten minste in het vredesgarnizoen, gewaarborgd zijntoch wordt op die rust meer malen storend ingewerkt en wie zal den invloed hiervan op den geest onderschatten? De grootste vijanden van de nachtrust van den soldaat zijn ongedierte, muskiet en wachtdienst en zoolang aan deze vijan- 1) Freiherr y. d. Goltz, „das Volk im Waffen".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 221