710 den nog afbreuk kan gedaan worden, valt op het punt van rust nog te verbeteren. Kan door de Genie niets voor de be strijding van het zoo veelvuldig voorkomend ongedierte gedaan worden? Zouden nog niet meerdere huishoudelijke middelen daartoe zijn aan te wenden? Men zou hierdoor aan de billijke en meermalen onverhoorde klachten van den soldaat tegemoet komen. Het in bescherming nemen van den soldaat tegen de muskiet is sinds eenigen tijd aangevangen. Menig gezond lichaam, waar van het leger veel nut kan trekken, zal hierdoor voor slooping gespaard worden. Het zal een welbegrepen legerbelang zijn, deze bescherming ten minste voor den meer vatbaren Eur. sol daat niet te beperken tot eenige plaatsen, want, zoolang er nog geen plaats is, waar de Europeanen in het algemeen af stand kunnen doen van hun klamboe, zoolang is er ook nog geen plaats, waar een klamboe voor den Eur. soldaat eene over bodige weelde is en zoolang moet een klamboe ook gerekend worden te behooren tot de uitrusting van den Europeeschen kolonialen soldaat. Als derden vijand van de rust noemde ik den wachtdienst. Deze is meermalen slechts met moeite op een minimum van vier wachtvrije nachten te houden, terwijl dan nog voorkomt, dat de soldaat eenige uren, nadat hij teruggekeerd is van eene ver moeiende oefening, op wacht moet trekken. Het komt mij voor, dat een minimum van vier wachtvrije nachten te klein is in verband met het tegenwoordige oefeningsstelsel en dat dit min stens op zes dient gebracht te worden. Het Civiel bestuur eischt voor de bewaking van zijne gebouwen een niet onbelangrijke verzwaring van den wachtdienst Wanneer zal deze last van de schouders van den soldaat op die van de politie overgebracht kunnen worden? Eene intrekking van enkele traditioneele, doch niet beslist noodige posten en bovenal een meer gelijkmatig drukken van den wachtdienst op iederen soldaat, van welk Wapen hij zijzou ook van militaire zijde een gunstiger toestand in het leven roepen. Thans wordt de infanterie wel wat rijkelijk be deeld. Een andere ondermijner van den goeden geest is de verveling. Bij vele oefeningen verveelt de soldaat zich èn doordat in de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 222