712 „iets" de losse patroon moest vervangen om aan dat nadeel tegemoet te komen en dat „iets" zijn de bamboezen kokers, meer bekend onder den naam van „tong-tong". Tal van anecdote's doen nu reeds bij militair en civiel omtrent dat instrument de ronde, en het gebruik er van wekt bij beiden kwalijk verborgen spot. Het verloop eener oefening maken zij der werkelijkheid niet meer getrouw, kleine afdeelingen komen niet meer tot haar recht, onmogelijke toestanden komen herhaaldelijk voor. De oorzaken hiervan zijn: lste dat het geluid van de tong-tong te algemeen is. Een man, die hout hakt, een stootende grobak enz. veroor zaakt een geluid, dat niet van dat van de tong-tong te onder kennen valt. 2de dat de tong-tong een rustverstorend instrument is. In kampongs, waar nog weinig of geen oefeningen met ge bruikmaking van het instrument plaats vonden, veroorzaakt zij onrust, voortspruitende uit het doel, waarmede tong-tongslagen gewoonlijk gegeven worden. 3de dat het geluid van de tong-tong te zwak is. 4de dat het instrument en zijne behandeling zoo weinig strooken met zelfs nagebootste werkelijkheid en de ernst van het beroep. Uit 1 en 3 ontstaan de onmogelijkste toestanden; 1 veroor zaakt een treffen van maatregelen, die geen zin hebben; 3 ver oorzaakt daarentegen een niet treffen van maatregelen, zelfs als de toestand kritiek is. Hierdoor en door het ad 2 en 4 genoemde ontstaat de spot, waarvan ik sprak. Iets anders te vinden, dat niet de nadeelen van de tong-tong heeft is mij niet gelukt, doch op grond van vorenstaande schijnt mij het gebruik van de tong-tong nog nadeeliger dan het niet mar keeren van het vuur. Welke de overwegingen zijn geweest, die moesten leiden tot een dusdanig afbreuk doen aan de voornaamste oefeningen van het hoofdwapen, aan het minder smakelijk maken van den hoofd schotel van den disch „infanterieopleiding", is ons onbekend, doch wij spreken de hoop uit, dat zij mogen berusten op oor. zaken van tijdelijken aard, dat de infanterie haar losse patroon en haar spannende oefeningen en daardoor de meerdere lust en ijver van weleer spoedig moge terugbekomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 224