713 Hoorbaar geuite spot en kritiek, het „gekanker", is den Ned. Ind. Eur. soldaat eigen geworden; laat ons derhalve niet met ons medeweten hem stof hiertoe verschaffen. Ongeoorloofde kritiek en ontevredenheidsbetuigingen zijn hem dermate ge woonte geworden, dat de stof hiervoor meermalen door hem gezocht wordt en daardoor geven zij gelukkig niet immer zijne innerlijke stemming weer. Daar dit den officier en het kader bekend is, hechten zij aan dat „gekanker" weinig waarde, laten het meermalen rustig voortgaan, ook binnen hun oorbereik. Toch knaagt het aan de tucht en ondermijnt het den goeden geest, doet den soldaat den voorgeschreven eerbied voor den meerdere uit het oog verliezen en dient om die reden met gestrengheid onderdrukt te worden. Zwijgen en gepast spreken tegen en over een meerdere zijn militaire deugden, die onafscheidelijk verbonden zijn aan een be hoorlijken eerbied en die daarom vóór alles den militair eigen gemaakt dienen te worden. Wie daartoe meewerkt, zal dan tevens medewerken aan de handhaving van de gehoorzaamheid en het gezag, dat is aan de handhaving van de tucht in het leger. Ten slotte zij mij vergund eenige opmerkingen te maken naar aanleiding van een omstandigheid, die m. i. vermoedelijk ook niet vreemd is aan een minder goeden geest. Waarschijnlijk bestaat er geen lichaam, waar de traditie door een reeks van jaren heen zoo getrouw is bewaard gebleven als in het leger. Ten behoeve daarvan werd, zoo al niet afgeweken van hetgeen de praktijk van het beroep eischt, dan toch meermalen er iets aan toegevoegd, dat de eischen van die praktijk in een schooner gewaad hulde, hen daardoor in de uitvoering streelenden voor oog en hart maakte en waardoor al cl us van het militaire eene aantrekkings kracht uitging, aan welke niemand zich geheel kon onttrekken. Dat dit huldigen van de traditie een leger in verkeerde banen kan leiden, dat ter wille van het uiterlijk vertoon de praktische geoefendheid geschaad kan worden, is voorzeker aan te nemen, vooral voor een leger, dat telkens na betrekkelijk korten tijd zijne soldaten moet verwisselen voor ongeoefenden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 225