512 Oefeningen in de brigadeschool en zelfs in de bataljonschool op het Koningsplein dienen dan tot de hooge uitzonderingen te behooren. Yrij wat nuttiger en moeilijker is het een viertal bataljons inf. over aanzienlijken afstand in verband te laten mar- cheeren, in afwisselende marschformatie, dwars door het terrein over heg en steg, dan hen op het excercitieterrein eenigen tijd bezig te houden. En nogmaals het „kunnen" van de verschillende wapens, dien sten en tieinen in verschillende terreinsoorten is nog lang niet voldoende bekend, en kan dat trouwens ook niet zijn, bij degenen, die daarvan in de eerste plaats op de hoogte dienen te zijn. IY. De bewapening van den troep ivas niet volgens de eischen van den tijdzoowel geweren en karabijnen als veldvuurmonden van het Eng. leger stonden ballistisch achter bij die der Boeren. Vooral daarom was dit een groot nadeel voor de Engelschen, omdat de Boeren, bovendien zeer bedreven in het afstanden- schatten en waarnemen, hun vuurwapenen konden gebruiken op afstanden, waar dit den Engelschen onmogelijk was. Een nadeel was het echter voor de Boeren, dat hun projectielen herhaal delijk niet sprongenvermoedelijk is dit mede aanleiding geweest van het niet voldoende op prijs stellen van den pompom. Het ballistisch vermogen van den Eng. houwitser was vol doende, doch het aantal was onvoldoende. Ook voor ons leger is de bewapeningskwestie urgent, voorna melijk wat de veldartillerie aangaat, die nog steeds met verou derd materiaal is uitgerust. Wel was.en is mogelijk nog een snelvuurbatterij in be proeving 1), maar de vraag mag gesteld worden of het juist is geweest, dat daarvoor uitsluitend die vuurmondsoort gebruikt is, welke de Europeesche legers vrijwel allen hebben ingevoerd, van den tegenovergestelden oever. Om 2 n m. begon de brugbouw (rivier 265 M. breed, 8 M. diep en 1.8 M. stroomsnelheid), -waarbij slechts beschikt werd over 132 M. bruggen- trein. In 12 uur was de brug voltooid. Den volgenden dag 30/4 begon de overtocht der divisie, die tegen don middag haar marschdoel bereikte, waarvoor zij in 3 colonnes (middelste 6 bats, 4 batterijen) 1014 K.M, had afgelegd in een moeilijk begaanbaar bergterrein, zonder wegen en met hoogteverschillen van 350 M. 1) De proeven hieromtrent zijn reeds afgeloopen, zie extra bijlage No. 1G, waarin een uitgebreid overzicht van de schiet- en rijproeven gegeven is. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 22